17 MEI 1950
155
andere wijze de benodigde gelden konden verkrijgen, in de twee
andere gevallen omdat betrokkenen de huizen inmiddels verkocht
hadden.
Zonder verdere beraadslaging besluit de Raad overeen
komstig het voorstel.
32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van de gasproductie. (Bijlagen 1950, no. 151.)
De heer VAN SWOL is van mening, dat wijziging in de gaspro
ductie noodzakelijk is. Als lid van de gascommissie heeft hij echter
reeds gesproken over de wachtgeldregeling voor het betrokken
personeel. Hij heeft er toen op aangedrongen, dat een voorstel
dienaangaande zou komen van de directeur van de gemeente-licht-
bedrijven en dat' aan de Raad mededeling zou worden gedaan van
de richtlijnen, die Burgemeester en Wethouders zullen moeten op
stellen voor de afvloeiing van dit personeel. Deze mist hij thans, en
zonder deze acht hij het voorstel niet aanvaardbaar. Als nu reeds
over de gasproductie wordt beslist, dan komen betrokkenen lelijk
op de wip te zitten. Hij verlangt daarom een definitieve toezegging
van Burgemeester en Wethouders dat de belangen van de mensen,
die bij de gasproductie betrokken zijn, zo min mogelijk zullen
worden geschaad.
De heer VELDKAMP zegt, dat de belangen, welke de heer Van
Swol naar voren heeft gebracht, inderdaad zwaar wegen. Hij ver
zoekt Burgemeester en Wethouders daarom te willen toezeggen,
dat de personeelskwestie geregeld zal worden na overleg met de
organisaties van de ambtenaren en werklieden.
Wethouder VAN HOUTEN is van mening, dat de personeels
kwestie voor allen wel even zwaar zal wegen. Deze kan echter niet
aan de reorganisatie van het bedrijf worden gebonden: dit laatste
moet komen, hoe de eerste kwestie ook wordt opgelost. Burge
meester en Wethouders achten deze reorganisatie zeer urgent en
hij meent te mogen opmaken, dat de Raad dit oordeel deelt. Er zijn
nu al ruim een jaar onderhandelingen gevoerd met het mijnbedrijf
om een voldoende gasaflevering te verkrijgen. Door de mijnen kan
echter nog niet aan alle aanvragen volledig worden voldaan, dit
zal eerst mogelijk zijn in 1952 of 1953, wanneer de daarvoor beno
digde nieuwe installaties in gebruik zijn genomen. Het is niet ver
antwoord de eigen gasproductie nog langer voort te zetten. De
slijtage aan de ovens en ketels is van dien aard, dat het gevaar
voor ontploffingen steeds groter wordt.
Wat de personeelskwestie betreft, spreker is het met de heer
Veldkamp eens, dat de organisaties van ambtenaren en werklieden
hierover gehoord moeten worden. Daarnaast zullen Burgemeester
en Wethouders ernaar streven alle betrokken personen bij andere
diensten onder te brengen, al vreest hij, dat dit niet volledig zal
gelukken. Hij zal dit probleem onmiddellijk in studie nemen. Ten
slotte wil hij er nog op wijzen, dat in het ambtenaren- en werk
liedenreglement een zeer behoorlijke wachtgeldregeling voorkomt,
welke indien nodig toegepast zal worden. De Raad kan ervan over
tuigd zijn, dat Burgemeester en Wethouders het betrokken perso
neel zo goed en zo veel mogelijk zullen helpen.