164 17 MEI 1950 VRAAG: Bij de toekenning van een crediet voor vernieuwing van de riolering in de Zandbergweg, werd toegezelgd, dat dit werk; in het vroege voorjaar zou worden uitgevoerd. Daar tot heden nog niets is gebeurd, wordt gaarne vernomen, wat hiervan de oorzaak is, alsmede of de uitvoering thans spoedig kan worden verwacht. ANTWOORD: De rioleringswerken in de Zandbergweg konden nog niet tot uitvoering komen, omdat er nog niet een opzichten voor dit werk was vrij te maken. VRAAG: Reeds herhaaldelijk is gevraagd om verbetering van de toestand, waarin het open terrein op het Zandbergplein verkeert en door de Wethouder voor Beplantingen werd de toezegging ge daan, dat er verbetering zou komen; tot dusverre is het echter nog zo, dat de omwonenden last hebben van stof, wanneer het waait, en bovendien steekt dit terrein ongunstig af bij verschillend» plantsoenen en grasperken. Gaarne zou worden gezien, dat de be lofte van verbetering in deze toestand alsnog spoedig wordt in- gelost. ANTWOORD: Het Zandbergplein kan niet worden bezaaid of beplant, de bomen maken het daarvoor ongeschikt. De Commissie voor Beplantingen zou het zeer betreuren, indien de bomen zouden worden verwijderd. Intussen is medegedeeld, dat het plein in het bestratingsplan 1951 zou kunnen worden opgenomen. Het kan dan in 1951/1952 met oud materiaal worden bestraat. VRAAG: Bij de behandeling van de begroting voor 1950 is ander maal gepleit voor het scheppen van gelegenheid voor gebruik van z.g. familiebaden. Bij de fractie van de K.V.P. bleek toen geen principieel bezwaar (meer) te bestaan, mits dit niet werd uitge breid tot zonnebaden. Het idee is toen geopperd om in het sport- fondsenbad de gelegenheid voor familiebaden op bepaalde1 dagen en uren open te stellen, welk idee de betrokken wethouder in over weging zou nemen. Gaarne wordt vernomen, of deze overweging inmiddels heeft plaats gehad. Zo ja, wat is dan daarvan het resul taat? Zo neen, kan deze mogelijkheid alsnog spoedig onder ogen worden gezien? ANTWOORD: Er is beraad, dat vermoedelijk tot een voorstel van Burgemeester en Wethouders zal leiden. De raad stemt met een voorstel van de Voorzitter in dati de be antwoording van vragen, in een vorige vergadering gesteld, zal worden uitgesteld tot een volgende vergadering. De Voorzitter zal er op toe zien, dat de te geven antwoorden zo kort, zakelijk en kernachtig mogelijk zullen worden geformuleerd. RONDVRAAG. De heer MEIJS vraagt mede namens andere leden of het moge lijk is de vergadering die is uitgeschreven voor 24 Mei a.s., te ver plaatsen naar Donderdag 25 Mei, het liefst in de avonduren. De VOORZITTER zegt geen bezwaar te hebben, dat deze ver gadering zal worden gehouden op Donderdag 25 Mei, a.s., des avonds om 8 uur, nu blijkt dat vele raadsleden dit tijdstip prefereren boven het aanvankelijk gekozene. De heer DIRVEN informeert, wanneer de electrische verlichting aan de Ritsestraat en de Overaseweg zal worden aangebracht: dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 164