25 MEI 1950 171 hee|ft. Het laatste woord zal over deze kwestie nog wel niet ge sproken zijn. Ir. Schijen heeft niet alleen een kans maar ook een faire kans gevraagd. Spreker verzoekt de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders te accepteren, maar ook de kwestie van d'e zijde van Ir. Schijen te bezien. In beginsel was spreker niet tegen bevloeiing, indien het plan enige kans van slagen had. Der halve is deze vraag aan Ir. Rienks voorgelegd, aangezien dit plan veel tijd en geld zal gaan kosten. Vervolgens dient aan de Dienst van de Volksgezondheid gevraagd te worden of dit plan goedge keurd zal worden, omdat er risico's aan verbonden zijn. De te bevloeiien gronden liggen n.l. tussen de waterwinnings plaatsen van de N.V. Noord West Brabantse Waterleiding Maat schappij en die van de gemeente. Deze vraag zal Ir. Trines voor gelegd worden. Momenteel vragen Burgemeester en Wethouders een crediet orn de plannen nader uit te werken, daar het anders niet mogelijk is om over deze zaak te oordelen. Zijn deze plannen uitgewerkt, dan dient de Raad zich ernstig te beraden over de financiering. De constellatie zal op het ogenblik van uitvoering anders zijn dan nu het geval is. De werkverruiming dient inge schakeld te worden. Als dus het uitgewerkte plan ter tafel komt, dan is ernstig be raad' noodzaak. Het momenteel gevraagde bedrag is gering vergei- leken bij het bedrag' van uitvoering. Spreker stelt voor aan de heren Ir. Witteveen en Ir. Bos gelegenheid te geven de Raad in het kort in deze zaak in te leiden, waarna de nodige vragen gesteld kunnen worden. Spreker stelt voor eerst de riolering te behandelen, daarna de bevloeiing en tenslotte de Havenkwestie. Burgemeester en Wet houders hebben zich voorgenomen de laatste kwestie in de eerst volgende vergadering ter tafel te brengen. In eerste instantie dient evenwel een einde gemaakt te worden aan d'e vervuiling van de singels en de hygiënische bezwaren, die daaraan verbonden zijn. Hierna geeft spreker het woord aan de heer Ir. Bos. De heer BOS vindt het prettig de gelegenheid te hebben het rap port; in te leiden, waaraan door het Ingenieursbureau Witteveen en Bos met veel genoegen gewerkt is. Spreker vond het een aantrek kelijke opdracht. Gaarne had spreker een uitvoerige inleiding gehouden, maar deze zou veel tijd kosten. Bovendien acht spreker een dergelijke inlei ding niet nodig, aangezien in het rapport de onderhavige kwestie uitvoerig toegelicht is. Het Ingenieursbureau is begonnen aan de hand van het rapport, dat in 1941 aan Breda uitgebracht is. Het heeft overwogen op welke cijfers het plan gebaseerd moest worden. Hierbij bleek, dat het 1^,-voudige van de afvoer van 1941 nood zakelijk was. Na lang beraad heeft het bureau voorgesteld een riolering te projecteren met tussengemalen, aangezien zulks finan ciële voordelen biedt. Deze stap stelde het bureau in de gelegen heid de tracées te herzien. Een belangrijke verkorting van de hoofdleiding kon verkregen worden. Een verrassing was, dat er een kans bestaat de grote riolen van de Oude Vest en de Markendaalse weg in te schakelen in het net van de afvoerleidinglen. Dit is een belangrijke besparing. Deze mogelijkheden brachten mee, dat het bureau ten opzichte van het rapport van 1941 kwam op een totale kosten van 3.400.000.of op een besparing van 840.000.Deze besparing heeft hetl Bureau tot voldoening ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 171