174
25 MEI 1950
Derhalve zijn als deskundigen op stedebouwkundig gebied aange
wezen: Prof. Bijhouwer en wijlen Dr. Ir. Verhagen.
Nu doet het eigenaardig aan, dat het advies van Prof. Bijhouwer
en van Ir. Verhagen anders luidt.
Volgens prof. Bijhouwer betekent een eventuele demping van de
Haven slechts een wijziging en geen aantasting van heb stads-
schoon. Deze mening staat toch zeker even hodg als die van het
Ingenieursbureau Witteveen en Bos. Volgens wijlen Dr. Ir. Verha
gen is het offer, dat gebracht wordt vandaag nog groot en de winst
vandaag nog klein. Wordt dit offer gebracht, dan moet het zijn
in een vast vertrouwen in de ontwikkeling van Breda, dit dit offer
toch op de duur zal vragen. Is dit inderdaad het geval, dan vinden
de dempers mij (Dr Ir. Verhagen) zij het ook met; bloedend nart
aan hun zijde.
De overtuiging is gebaseerd op het feit, dat met de grote bloei
van Breda het dempen der Haven gemoeid is.
De heren Irs. Witteveen en Bos hebben dit probleem ook van
verkeerstechnische zijde bezien. Het plan Noord-Zuid is van de
baan en daarvoor is in de plaats gekomen het plan Oost-West. Het
uitvoeren van dit laatste plan komt nog in geen jaren tot stand.
Dit plan vraagt zoveel slopingswerk en afbraak, dat er voorlopig
geen sprake van is. Het plan Noord-Zuid heeft bij nader inzien zijn
waarde nog niet verloren. Spreker heeft igezien, dat getracht zal
worden een verbinding tot stand te brengen vanaf de Rijksweg via
de Tramsingel langs de Middellaan, Haven, Markendaalseweg en
het van Coothplein.
Dit is een prachtige verkeersweg, waarlangs overal gelegenheid
tot parkeren dient te zijn, zodat meerdere parkeerterreinen aan
gelegd zullen moeten worden. Spreker zou wel willen weten waar
momenteel parkeerplaatsen te vinden zijn. Hij kan dit argument
stellen tegenover dat van de Irs. Witteveen en Bos.
De heren Witteveen en Bos willen de Haven op kunstmatige
wijze schoon houden. Dit is wel aardig ofschoon er bezwaren tegen
over staan. Dit kunstwerk kost 45.000.Bovendien zijn er 500
M3 water nodig per 3 uur. Dit water kan niet gewonnen worden
uit ondiep grondwater. Er zal dus naar diep grondwater gezocht
moeten worden. Volgens het rapport dwingt de middelmatige
doorlatendheid van het watervoerend pakket tot de keuze van een
vrij groot aantal putten. Er is gedacht tenminste 6 putten toe te
passen, waarvan er bijv. 3 langs de Haven en 3 in de Markendaal
seweg kunnen worden gemaakt. De onderlinge afstand is dan op
50 M. te stellen. De putten zullen tot 90 M. N.A.P. moeten worden
geboord en zo lang mogelijke filters moeten hebben.
Spreker merkt op, dat de samenstellers van het rapport hier niet
zeker zijn van hun zaak, daar er anders andere rapporten niet
nodig geweest waren. Wie garandeert echter dat het water daar
in de toekomst zal blijven? Hieromtrent zou de Raad eerst door
deskundigen voorgelicht dienen te worden. Dit is een bezwaar
tegen de kunstmatige oplossing van de havenzuivering.
Hierbij komb nog, dat het dempen der Haven vrij eenvoudig is.
Spreker wil hier echter niet verder op ingaan. Resumerende komt
spreker tot de conclusie, dat diverse gegevens ontbreken, om de
plannen te kunnen vergelijken.
Het is in het belang der gemeente, dat punten als de biologische
reiniging, de vuilwaterafvoer, bevloeiing en de Havenkwestie aan
het nemen van een beslissing vooraf moeten gaan, opdat de Raad
het nemen van een juiste beslissing mogelijk wordt gemaakt.