25 MEI 1950
181
lijke plannen gereed liggen. De heer Jongbloed wees er in zijn
betoog reeds op.
In de vergaderiüg wordt gevraagd: geef een biologisch plan en
geef een bevloeiingsplan aan de Raad ter beoordeling. Indien Bur
gemeester en Wethouders menen, dat zulks nodig is, dan zouden
zij hiervoor zeker de nodige credieten gevraagd hebben.
Door de deskundigen werden deze vralgen niet aan de orde ge
steld wegens de grote kosten aan investering en onderhoud. Be
vloeiing kost dergelijke bedragen, dat de lust van Burgemeester
en Wethouders bekoeld is. Het College werd hieromtrent medege
deeld, dat bij bevloeiing een voorreiniging nodig is, hetgeen een
kostbare installatie eist. Deze methode kost pl.m. 15.600.000.
terwijl wegvoering van het rioolwater volgens het rapport van het
Ingenieursbureau Witteveen en Bos pl.m. 3.600.000.kost.
De Raad kan ook opdracht geven een bevloeiingsplan uit te wer
ken, mits het Rijk 10.000.000.-— voor zijn rekening neemt.
Deze bedragen zijn zo groot, dat ze het College te denken gaven.
Bovendien zouden de boeren voor bemesting 240.per H.A. per
jaar moeten betalen indien het Rijk voormeld bedrag beschikbaar
zou stellen en de gemeente het bedrag voor het wegspuiten zou
voteren.
Spreker vraag zich af, of een dergelijk plan kans van slagen
heeft. Het is wel prettig 1300 of 1400 H.A. goede grond te verkrij
gen, maar dan zal de. Cultuur Technische Dienst zelf dit plan
moeten voorbereiden.
Dan kan de Raad oordelen, of een bevloeiingsplan gelijkwaardig
is aan een afvoerplan.
Spreker vindt het heel begrijpelijk, dat de Raad een plan vraagt,
waarbij het rioolwater voor bevloeiing gebruikt wordt, zodat gron
den vruchtbaar gemaakt worden.
Behalve dat dit plan het Rijk diverse millioenen guldens zal kos
ten, zijn er nog andere moeilijke punten. Bovendien zal het plan
aan de Inspectie van de Volksgezondheid voorgelegd moeten wor
den. Spreker is genegen aan deze inspectie te vragen, hoe ze over
een dergelijk plan denkt.
Maar moet dan een nog maar juist acceptabel plan (het plan
van het Ingenieursbureau Witteveen en Bos) opgehangen worden
aan onzekere factoren?
Spreker zal dan als eerste een aandeel nemen in het monument,
dat opgericht wordt voor degene, die alle onzekere factoren, die
aan een bevloeiingsplan verbonden zijn, zal weten op te heffen. Hij
heeft echter de overtuiging, dat niemand hiertoe in staat is.
Het is echter voor de gemeente van het grootste belang, dat,
wanneer de conjunctuur zich wijzigt, een plan gereed ligt. Spreker
vindt het gevaarlijk de Dienst van Openbare Werken voor het uit
werken van plannen uit te breiden met ingenieurs, aangezien deze
geen blijvende dagtaak zouden hebben.
Hij had evenals de heer Schijen, ook graag een bevloeiingsplan
ter tafel gebracht, aangezien zulks de boeren, die rondom Breda
wonen ,ten goede zou komen. Bij bevloeiing houdt de gemeente
jaarlijks variabele kosten. Deze hebben de neiging te stijgen. Spre
ker is bartg, dat de gemeente bij stijging van deze kosten, aan de
zwakste zijde staat, zodat zij in een zeer moeilijke positie kan
geraken.
Als de boeren de kunstmatige bemesting niet kunnen betalen
wat dan?
Daarbij komt nog, dat de hygiënische eisen toenemen. Wat nu