188
25 MEI 1950
debati, dan is deze voorbarig geweest en in een kasemat gekropen
evenals de hygiënisten. Prof. Mom zou spreker tegenvallen indien
deze het plan rigoreus zou afwijzen.
Met het bepalen van een termijn, zoals de heer Toxopeus voor
gesteld heeft, is spreker het volkomen eens. Hij neemt dei hand
schoen op om binnen een jaar na de uitspraak der hygiënisten dai
plannen ter tafel te brengen of mede te delen, dat eien bevloeiings-
plan geen dooilgang kan vinden.
De VOORZITTER zegt, dat de woorden van Prof. Mom niet op|
die wijze begrepen moeten worden. Als men deze woorden goed be
luisterd heeft, heeft men bemerkt, dat er vele vragen bij waren.
Als nu een opdracht tot het uitwerken van het rioleringsplan ge
geven kan worden en de vragen beantwoord zijn, dan heeft spreke»
er geen bezwaar tegen, dat de heer Schijen een bevloeiingsplan.
begint uit te werken. Spreker heeft de cijfers gebruikt, die door de
heer Schijen geproduceerd zijn, terwijl de heer Schijen cijfers noemt
van de Ned. Heide Maatschappij.
De cijfers van de heer Schijen waren zo hoog, dait spreker zich
afvroeg of zo'n plan kans van slagen had.
Spreker is wel genegen de opdracht tot het uitwerken der plan
nen ten behoeve van een afvoerleiding een korte tijd uit te stellen,
doch niet lang.
Vervolgens stelt hij namens het College de Raad voor de
opdracht te splitsen en nu een crediet te verlenen voor het uitwer
ken der stadsrioleringsplannen.
In een volgende vergadering zal dan de Havenkwestie aan de
orde gesteld worden.
Vervolgens stelt spreker voor de navolgende vragen te doen be
antwoorden:
1. Mag Breda het rioolwater lozen in het Hollands Diep?
2. Bestaat er zekerheid, dat een bevloeiingsplan verantwoord zal
zijn
Zijn deze vragen beantwoord, dan zal de Raad de tweede opdracht
ter beslissing voorgelegd worden.
De heer TOXOPEUS meent, dat de Voorzitter hem niet begrepen
heeft. Hij wil de zaak niet uitstellen. Het uitwerken der riolerings
plannen zal enige tijd in beslag nomen; vermoedelijk 6 a 10 maan
den.
Als de heer Schijen belooft binnen 9 maanden een gefundeerd
plan ter tafel te brenlgen en deze belofte niet houdt, dan kan spre
ker er zich mede verenigen, dat een opdracht i.z. de afvoerleiding
gegeven wordt.
Wordt deze belofte echter wel gehouden, dan behoren de ter
tafel gebrachte plannen gestimuleerd te worden.
Hij wil derhalve deze zaak niet langer ophouden dan noodzake
lijk is.
Dit voorstel wenst spreker in stemming te brengen.
De heer BOS gaat hierna over tot het beantwoorden der vragen
van de heer Verhaak.
Volgens de beginselen der rioleringstechniek is voor 12.200 M3
huishoudelijk afvalwater per dag een diameter van 30 cM. voor
bedoelde buizen te klein.
De diameter der buizen is niet berekend op een gemiddelde vuil-