25 MEI 1950 189 waterafvoer per dag', zoals door de heer Verhaak verondersteld wordt. Vervolgens begeeft spreker zich met een tekening naar de heer Verhaak om deze de nodige uitlog' te geven. Het sanatorium „De Klokkenberg" en een eventueel ander sanatorium zullen op de diameter der buizen geen invloed hebben. Wel is van belang of het afvalwater der sanatoria een voorreini ging moet ondergaan. Een verhoging van het waterverbruik tot 120 liter per persoon per dag acht; spreker niet uitgesloten. Hierdoor wordt echter dei hoeveelheid vuil per dag niet groter, wel wordt het afvalwater daardoor verdund. Het uitmonden van de afvoerleiding onder water is geen bezwaar. Het gemaal moet voldoende capaciteit kunnen ontwikkelen om bij de hoogste waterstand het rioolwater toch te kunnen lozen. De VOORZITTER vraagt) de heren Irs. Witteveen en Bos hoe de verdeling' van het honorarium is, indien de opdracht gesplitst wordt. De heer WITTEVEEN antwoordt, dat het honorarium voor het uitwerken der plannen ten behoeve van de stadsriolering 73.000. bedraagt. De VOORZITTER zegt, dat het einde der discussies aangebroken is. In het voorstel van Burgemeester en Wethouders is verzuimd de cijfers te vermelden, waarnaar men in deze vergadering ge vraagd heeft. Was zulks wel geschied, dan zouden dei discussies ten dele voorkomen zijn. Over drie maanden hoopt spreker te weten of het rioolwater in het Hollands Diep geloosd mag worden en de heer Schijen of het bevloeiingsplan kans van slagen heeft. Derhalve zal spreker het tweede plan (i.z. de afvoerleiding) over drie maanden vrijblijvend aan de orde stellen. Zodoende komt spreker tegemoet aan het voorstel van de heren MeijsJ ongbloedToxopeus. Spreker hoopt dan nadere cijfers te kunnen overleggen en deze opnieuw toe te lichten. Hij stelt nu voor een crediet ad 73.000. te voteren ten behoeve van het stadsrioleringsplan. Mocht achteraf de tiweede opdracht (i.z. de afvoerleiding) verstrekt worden, dan zal in totaal geen hoger crediet dan 118.000.beschikbaar ge steld worden. De heer SCHIJEN wil zich eerst beraden. Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat het wel duidelijk is, dat de gemeente het plan niet volledig kan financieren. Hij heeft in Den Haag een bespreking bijgewoond, waarbij de Minister een in leiding hield over werkloosheid. Deze nodigde de gemeenten uit om in korte tijd met uitgewerkte plannen te komen, opdat het Rijk zal weten hoe ze g'efinancierd moeten worden. Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben aan de gemeenten dier provincie een circulaire gericht om in korte tijd plannen gereed te maken, die te zijner tijd uitgevoerd kunnen worden hetzij in werk verruiming dan wel bij vrije aanbesteding. Indien bij de regering tal van plannen ingediend worden en Breda wacht hiermede, dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 189