14 JUNI 1950
201
gen niet nodig zijn, wanneer de Haven wordt gedempt?
Het] kan vergeten zijn, maar is dan ook vergeten, dat het hoofd
riool thans uitmondende in de Haven omgelegd moet worden door
de Haagdijk, Dieststraat enz., hetgeen meerdere kosten meebrengt.
Waarom is dit niet becijferd
Houdt men er geen rekening mede, dat dit riool van deze om
wandeling twee hoeken van 90 graden krijgt? Levert dit voor de
doorspoeling geen moeilijkheden op? Is men met mij niet van me
ning dat het oude pand aan de hoek van de Didststraat zal instor
ten wanneer daar vlak langs een hoofdriool moet worden gelegd?
Resumerende kom ik tot de conclusie dat tot demping der Haven
moet worden overgegaan:
omdat het Havenplein een onontbeerlijke schakel vormt in de
Noord-Zuidverband van onze stad;
omdat deze schakel extra betekenis krijgt wanneer de aanslui
tende weg naar Beek gereed zal zijn;
omdat parkeerverbod voor de Grote Markt moet worden in
gevoerd en de auto's dan op het Havenplein kunnen worden ge
plaatst;
omdat de Oude Vest voor een groot deel zijn betekenis van par
keerterrein zal verliezen als de weg achter de lange stallen voor
het verkeer zal zijn opengesteld;
omdat het wenselijk is, dat de stadsbussen uit de enge binnen
stad worden geweerd;
omdat het noodzakelijk is dat er oen ruim parkeerterrein in het
hart van de stad is;
omdat de secundaire verkeersring onbruikbaar is voor het steeds
drukker wordende autoverkeer.
De heer JONGBLOED heeft niet zo heel veel te zeggen.
De meningen staan wel van tevoren reeds vast. Verschillende
leden hebben echter evenals spreker nog behoefte hun mening te
motiveren. Hij uit zich niet als voorzitter van de Partij van de Ar
beid, maar als Raadslid. Spreker motiveert zijn conclusie inzake
het dempen der Haven niet op de gronden, die door de heer Meys
naar voren zijn gebracht, doch op andere. Hij wil niet treden in de
beschouwing van de heer Meys, aangezien Burgemeester en Wet
houders zulks wel zullen doen. Eventueel kan spreker in tweede
instantie hierop nog terugkomen.
De onderhavige kwestie is een twistappel. Niet alleen de Raad,
doch ook de bewoners van dit stadsdeel zien reikhalzend uit naar
verbetering. Er moet iets gebeuren!
Een vraag is: Is de Haven een zo karakteristiek stadsgedeelte,
dat het niet moet verdwijnen?
De een zegt, „dempt de Haven", terwijl de ander het tegenover
gestelde wenst.
Breda kan op zoveel schoonheid bogen, dat het verdwijnen der
Haven geen afbreuk zal doen aan het geheel.
Het karakteristieke van de Haven dient gezocht te worden in
haar toestand, zoals deze momenteel is. Het rustige beeld van
het ogenblik zal door het aanbrengen van da geprojecteerde zui-
verings-installatie echter verdwijnen. Daar Breda geen museum,
doch een levende stad Is, is behoud van de Haven niet mogelijk. Er
dient gekozen te worden tussen de Haven, zoals deze nu is, of het
dempen der Haven. De huidige toestand is onhoudbaar, zodat een
oplossing urgent is. Spreker is evenwel van mening dat he!t be
houd van de Haven geen oplossing kan en zal brengen. Ook in het