14 JUNI 1950 203 toch daarheen moeten, dat voormalig Princenhage en voormalig Ginneken hun eigen marktdag krijgen. Mijnheer de Voorzitter, het Valkenberg bleef Goddank voor Bre da ongerept behouden. Neemt men de Haven weg dan snijdt men een deel uit het-hart van oud-Breda. Op genoemde gronden en mede gezien ook het financieel over zicht bij dit vraagstuk heb ik besloten het voorstel, de Haven niet te dempen, te steunen. Dank U. De heer TOXOPEUS heeft het betoog van de heer Meys niet en dat van de heer Jongbloed slechts gedeeltelijk kunnen beluisteren. Hij is niet voor het dempen der Haven maar wil ze behouden. Spre ker heeft van de zijde der dempers alle argumenten beluisterd. Er zijn echtler argumenten, die hij niet kan begrijpen. Met de argu menten van de heer Jongbloed nl. om door demping de stank en de ratten kwijt te raken en het verkeersbelang te dienen is hij het niet eens. Door Burgemeester en Wethouders is het ver dwijnen van stank en ratten gegarandeerd. Wat het verkeersbelang betreft, merkt spreker op, dat hij de geprojecteerde verkeersweg daar niet ziet komen, omdat een Noord-Zuid verbinding thans niet meer de bedoeling is. Bovendien zou door deze verbinding de smalle weg bij het Spanjaardsgat ver breed moeten worden. Zou deze niet verbreed worden, dan had de verkeersweg geen zin. Ten opzichte van het verkeer is er momenteel een ander project van de Dienst van Openbare Werken. Wat de Haven als parkeerplaats betreft, zegt spreker, dat de Markendaalseweg en de Grote Markt voldoende ruimte bieden. Hij wil de autp's op de Grote Markt niet missen. Hoeveel bezwaren waren er niet van de zijde der neringdoenden, toen het Openluchtspel op de Markt opgevoerd werd? Er waren geen passanten. Bovendien zou de gezelligheid in de stad eronder lijden. De Voorzitter heeft eens gezegd, dat de zaak goed mar- cheerij als er veel auto's op de Grote Markt staan. Spreker is het hiermede eens. Het motief om na demping de route der stadsbussen te kunnen veranderen acht spreker denkbeeldig, aangezien dat onuitvoerbaar is. De bussen moeten persé door de Ginnekenstraat. Alleen bij eenrichtingverkeer zou zulks te bezien zijn. Tegenover dit alles, staat dat, wat Breda heeft en wil behouden. Spreker heeft met diverse mensen over deze kwestie gesproken. Hij is daarbij tot de conclusie gekomen, dat men de Haven wil behouden, mits ze van stank en ratten gezuiverd wordt. Hij heeft de schets gezien hoe de Haven na demping zal worden. Nu is het een mooi stuk water bij de Grote Kerk en het Kasteel. Er staan mooie huizen. Het kan derhalve tot een stukje zeer mooi Breda herschapen wor den. Hij is getroffen door de woorden van de heer van Oyen over de Oude Vest. Er v/ordt ter plaatse kermis gehouden en geparkeerd, doch het is g'een mooi stukje Breda. Het zou jammer zijn als aan de andere zijde van de Markt een dergelijk nieuw plein zou ontstaan. Spreker is voor het behoud van de Haven. De waterzuiveringsin stallatie dient zo opgesteld te worden, dats ze de omgeving niet stoort. Hij is overtuigd op deze wijze voor het nageslacht iets goeds gedaan te hebben. De heer BREKEDMANS was het met de heer van Oyen volko men eens, toen hij zei, dat Burgemeester en Wethouders het nieit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 203