208 14 JUNI 1950 aard (zou) zijn. En orde onderstelt, dat men niet breekt met het verleden zonder noodzaak. Ordening onderstelt, dat men de doel matigheid met de schoonheid in een synthese brengt). Zeker, Breda als geliefde stad leeft niet bij die gratie van de Haven. Maar als ik mij bv. Bolsward voor de geest haal, verbind ik daaraan steeds de gedachte aan dat kleine grachtgei bij het stad huis, dat voor mij tot Bolsward hóórt. Omdat er dat 'grachtje is, zal ik Bolsward niet) extra bezoeken. En als het gedempt zou zijn, zou ik het stadje niet voortaan speciaal mijden. Maar verdwijnen zou een illusie minder voor mij betekenen en steeds zou ik me dan blijven herinneren, dat dit stadsbeeldje mij ééns blij maakte en me een gevoel van gieluk gaf. Hetl is een van de talloze impressies ge weest, die wij in onze jeugd opdoen en waaruit ons persoonlijk cultuurbezit en cultuurbesef is opgebouwd. En dit geldt ook voor óns laatste grachtje. Dat is een waarde ervan, die niet in cijfers van parkerende auto's te meten is. Welke ernstige, zeer ernstige, beweegredenen zijn er dan wel, om met dit verleden te breken Om alweer een nieuw lid uit het historische en aesthetische Breda te amputeren? Ik vermag geen enkel hoogst urgent motief te ont dekken. Men spreekt over de behoefte aan parkeerterreinen. Ik mag er even op wijzen, dat men zal moeten kiezen of delen. De Dempers stellen het voor, alsof van het Havenplein zeker wel iets gemaakt kan worden door middel van bloemen, een plantsoentje enz. Maar in een plantsoen kan men niet parkeren. Dus ófwel maakt men een fraai aangelegd plein (maar dan valt het argument van de parkeerruimte weg) ofwel men maakt parkeerruimte en niets meer. Een nieuw autokerkhof in onze fraaie binnenstad, zali ger gedachtenis, is het gievolg. Maar bovendien: waarom is de Markendaalseweg niet geschikt als parkeerterrein? En de Oude Vest? En aan de nieuiw te projecteren ring is straks zonder twijfel gelegenheid genoeg. Bovendien nog verspreid, wat beter is dan gecentraliseerd. En waarlijk, ik heb nog nooit gezien, dat dei Mar kendaalseweg helemaal vol stond. Trouwens maar dit meer tussen haakjes ik zou de dempers in overweging willen geven, een der vijvers van het Wilhelminapark te dempen en als parkeer plaats te doen gebruiken. Zij kunnen dan meteen de singels dicht werpen en krijgen dan een ringbaan rond het centrum van zulk een breedte, dat men er autoraces op zal kunnen houden. Waarlijk: als men zó ingesteld is, bieden stedebouwkundige problemen geen hoofdbrekens Vervolgens wil men de Haven dempen om een nieuw marktter rein te krijgen. Een van de grootste charmes van Breda is echter: de markt op de Markt. Op dit Bourgonisch plein, waar hoofdkerk en stadhuis bijeen liggen en waarboven het carillon tingelt, dient het bonte gedoe van de kraampjes plaats te vinden, wil Breda niet een element verliezen, dat het tot Breda maakt. Ten derde wil men de Haven dempen om een verkeersweg te krijgen. Dit standpunt doet me denken aan den Engelsman, die niet aan giraffen geloofde. Hoe zijn vrienden hem ook van het be staan van deze dieren probeerden te overtuigen, hij geloofde er niet a.an. Tot men hem meenam naar de dierentuin en men hem voor een giraf wegzette. Daar stond hij tien minuten lang aandachtig te kijken naar het beest en eindelijk zei hij met besliste stem: „ik geloof niet in giraffen" In andere woorden: de rijksweg bij Beek is van de baan. Deskundiger mensen dan wij zien een betere oplossing. Een nieuw en grandioos verkeersplan, met quadrant en ringbaan is ontworpen, en kréég in principe onze goedkeuring. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 208