14 JUNI 1950 209 dat plan, is, om verkeerstechnische redenen, havendemping niet meer nodig. Desalniettemin enzovoorts: zie het verhaal van dien Engelsman. Daarbij komt nog dit, dat het geenszins zeker is, dat het toe komstige autoverkeer zich zó zal verveelvoudigen als men het ons voorstelt. Andere deskundigen zijn nl. van mening, dat onze ar moede die ndg wel groter vormen zal gaan aannemen ons hierin sterk zal remmen. Maar als het autoverkeer die gigantische omvang gaat aannemen, als men ons voorspiegelt, wel, dan is geen enkele stad in staat om haar verkeersproblemen op te lossen. Dan is elk dempinkje hier en doorbraakje daar volkomen lapwerk en niets meer. Dan kunt u er allden uitkomen met alles eerst kapot te gooien en dan brede boulevards aan te leggen (zie Rotterdam), maar dan is het voor elke bestaande stad onmogelijk om het ven- keer door haar te leiden. Dan moet u de gehele Bredase binnenstad saneren, compleet, oftewel want dat eerste zal wel niemand durven voorspellen, hoop ik het verkeer buiten de steden leiden. Dat zal dan de gang van de toekomst zijn. Ten vierde wil men de Haven dempen om de geur en de hygiëni sche bezwaren op te heffen. Dit kan, als bekend, ook zonder dat demping plaats vindt; en moet, het spreekt! vanzelf, op zo kort mogelijke termijn en afdoende gebeuren. Dit is mogelijk, we weten het, de plannen bestaan. Ten vijfde meent men, bij demping van de Haven vreemdelingen te trekken, in groter mate dan thans. Het spijt me, maar ik moet weer denken aan de giraf en de Engelsman. Waarom zou een vreemdeling Breda mijden, als de haven niet gedempt was Om de reuk Neen, want die gaat ook bij niet-demping verdwijnen. Om dat hij niet kan parkeren? Onzin, ik moet de eerste nog spreken, die vertelt, dat hij nooit meer terugkomt omdat hij niet parkeren kan. Omdat de invalswegen hem niet snel naar het centrum bren gen Maar gebeurt dat dan bij een gedempte Haven wel Dat heeft er immers niets mee te maken, wanneer de rijksweg bij Beek er niet komt. En er zijn toch andere plannen Bij het nieuwe plan komt hij zeer vlot naar het centrum. Of dacht u, dat de rijksweg bij Beek eerder bereikt zou zijn dan het profiel van verkeersqua- drant en ring? IJdele illusie. Ik vermag dus geen enkel economisch voordeel te zien, waarbij ik dan bovendien er nog eens op wijs, dat dit wel een belangrijke, maar niet de enige maatstaf is. Ik heb daarover zo straks ge sproken. Op de zesde en laatste plaats meent men, dat bij havendemping de middenstand zich tot dit stadsdeel zal voelen aangetrokken en dat een nieuw centrum zal ontstaan. Ik geloof, dat de dempers hier nu juist niet naar d'e toekomst kijken, (waarop zij zich zo graag beroepen), maar naar het verleden. Het zijn juist de dempers, die de klok terug willen zetten. Wat is immers het geval? Evenals in andere steden, is het centrum van Breda zich aan het verplaatsen op een natuurlijke manier. Zo natuurlijk, dat men dit niet kunst matig kan tegenhouden. In de twintiger jaren lag het centrum bij de Haagdijk en de Brugstraten. Na 1930 verliezen deze snel in betekenis en verschuift het centrum zich naar de richting Eind- straat. En sedert even voor de oorlog is het van Coothplein, met nog Zuidelijker, de Nieuwe Ginnekenstraat, de Wilhelminastraat en zelfs de Ginnekenweg ten dele, het nieuwe centrum aan het worden. Dat ligt heus niet aan het, feit, dat de mensen de Haven niet meer willen zien. Maar hieraan, dat het Noordelijk stadsdeel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 209