212 14 JUNI 1950 van de zon. M'aar dezelfde zon, die in de Ginnekenstraat schijnt, schijnt ook bij de Haven en op de Markendaalseweg. Door het dempen van de Haven ontstaat nu de gelegenheid het centrum te laten medegroeien, want, dan ontstaat een plein, waaraan door het particulier initiatief zaken gevestigd zullen kunnen worden. Hier door zal het een punt van vertier worden, waar men gaarne ver toeft. Het verkeer moet daar dus niet uitgeschakeld worden. De Markendaalseweg kan inderdaad voor een deel winkelstraat wor den. Het bestaand centrum wordt dan vergroot met een zeer belang rijk deel, waardoor het zal komen te liggen tussen de drie pleinen n.l. Grote Markt, van Coothplein en Havenplein met zeer goede verbindingsstraten, welke reeds tientallen jaren als winkelstraten kunnen worden aangemerkt. De Haven is niet te vergelijken met de Oude Vest. Deze heeft geen doorbraak naar het Centrum, maar heeft alleen toegang door nauwe vieze straatjes. Spreker acht het van groot belang, dat tot demping overgegaan wordt. De heer RATTINK zegt hierna het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Als wij over de haven spreken dan zijn wij allen het hier wel over eens dat de huidige toestand niet kan en mag worden bestendigd. Hierbij nu kan men verschillen omtrent de wijze van oplossing. Voor het al of niet dempen van de Haven komen naar m.m. 2 factoren in aanmerking. 1. De geur en de rattenplaag moeten verdwijnen. 2. Daarnaast is er de gedachte om tot meer parkeerruimte te geraken, waarbij dan en passant ook de kwestie van geur e.d. is opgelost. N.m.m, moet de demping van de Haven toch ook worden bezien uit een oogpunt van stedebouwkundige schoonheid en' ook van uit het standpunt dat als we de narigheden, welke nu aan de haven kleven, hebben weggenomen of dan demping nog noodzakelijk is. Heti is nu wel duidelijk dat zonder demping ook een alleszins verantwoorde toestand is te verkrijgen. De heer Toxopeus wees er reeds op. Ik meen dat als de Haven is gedempt er een mooi stukje Breda verloren zal zijn gegaan. Van de Haven mag toch gezegd worden, dat er een bepaalde bekoring van uitgaat, dat hij zij!n plaats heeft in het stadSgeheel. Breda heeft niet zo veel oud schoon en met het weinige dat we hebben moeten we zuinig, zeer zuinig, omgaan. Is de Haven gedempt dan krijgen we, veronderstel ik, een grote geplaveide vlakte en is de verhouding tot de omringende bebouwing verbroken. Nu zal door het aanbrengen van gazons e.d. wel iets bereikt kunnen worden, maar de harmonie, de sfeer blijft toch ver stoord. Zie de Prinsengracht te 's Gravenhage. De ongedempte Haven breekt even het drukke centrumverkeer. Dat doet prettig aan. Heb is in dit verband nog wel eens van belang er op na te lezen hetgeen wijlen Dr Ir Verhagen, een deskundige van naam ervan zei. En hij was weinig overtuigend voor wat demping betreft. Het komt hierop neer: Als het moet, als het niet anders kan dan in vredes naam, maar het gaat met een bloedend hart.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 212