14 JUNI 1950
217
straat momenteel voor een belangrijke beslissing, daartoe gedwon
gen, aangezien het onderhavige vraagstuk niet los te maken is van
de rioleringskwestie. Het Ingenieursbureau Witteveen en Bos heeft
het onderhavige probleem aan de orde gesteld. Door dit bureau is
er reeds op gewezen, dat omlegging van de riolering via Haagdijk-
Dieststraat moeilijkheden oplevert. Het leggen van het hoofdriool
door de gedempte Haven brengt niet alleen minder technische maar
ook minder financiële bezwaren met zich. Het opbreken van de
Haagdijk geeft technische moeilijkheden. Het is eenvoudiger de
leiding te leggen via de Haven en Leuvenaarstraat.
Het Ingenieursbureau heeft zich hierover niet uitgelaten, maar
heeft ook de consequenties ervan niet onder ogen gezien. Vast
staat, dat de Raad van dit bureau wel een uitvoerige beschouwing
ontvangen heeft over het niet-dempen van de Haven, doch niet over
het dempen. Zelfs geen eenvoudige tekening. Er zijn mooie teke
ningen overgelegd inzake het behoud van de Haven, maar er is
geen moeite gedaan om te kunnen tonen, hoe de toestand bij dem
ping zal zijn. Daarom rijst de vraag welke beslissing genomen moet
worden. Welke ernstige motieven zijn naar voren gebracht?
De finantiële kwestie speelt geen rol, daar het verschil niet groot
is. Welke argumenten zijn er om de Haven te behouden? Men be
roept zich op haar historische en culturele betekenis.
De heer Mol heeft gesproken over het ontstaan der stad rond de
Haven. Het schip was in die tijd het vervoermiddel zodat de handel
zich rondom de Haven concentreerde.
Op het ogenblik is het schip echter niet meer het belangrijkste
middel van vervoer. Thans is het de auto. Het bewaren van de her
innering kan ook een rol spelen. De Amsterdamse grachten hebben
een druk scheepvaartverkeer, terwijl ze bovendien met de belen
dende bebouwing een harmonisch geheel vormen. Zulks is met de
Haven niet het geval. Eigenlijk moet er alleen een baggermolen
liggen. Spreker acht het historisch argument niet zeer belangrijk,
aangezien de Haven geen historische en culturele eenheid vormt.
Men zal hier geen tocht door de Haven maken, zoals in Amster
dam. De zeer fraaie kastanjebomen kunnen echter behouden blij
ven. Een argument dat vóór demping pleit, is het verkeer. In een
vorige vergadering is een uiteenzetting gegeven van de mogelijke
ontwikkeling van het verkeer. Aan de verwezenlijking van het
schema kleven moeilijkheden. Het verkeersquadraat zal die functie
moeten krijgen, welke men eraan heeft toegekend. Het is niet uit
gesloten, dat de Markendaalseweg de Haven enz. in de toekomst
een zeer beduidende rol moeten gaan vervullen. Dus is de nu te
nemen beslissing' van verstrekkende aard. Men moet niet alleen
terugzien, maar vooral vooruitzien. Men dient met de ontwikkeling
van Breda rekening te houden. Hoe het snelverkeer zich ook mag
ontwikkelen, toch is spreker tegen parkeerterreinen, die hij auto
kerkhoven noemt. Men moet in de binnenstad een net van wegen
hebben, waarlangs men zijn auto kan parkeren. Wordt de Haven
herschapen in een behoorlijke verkeersweg met bomen, waarlangs
men kan parkeren, dan bewijst men de stad een weldaad.
Breda heeft geen behoefte aan parkeerruimte, zoals de Oude
Vest, doch op verschillende plaatsen in de stad dient de mogelijk
heid van parkeren aanwezig te zijn. Dus geien parkeerterreinen,
maar parkeerlijnen of stroken. Uit voornoemd oogpunt acht spreker
Havendemping gewenst.
Maar Havendemping is nog méér gewenst, als men zich afvraagt,
hoe het verkeer zich zal ontwikkelen. Mogelijk zal de weg van