19 JANUARI 1950 21 De Heer JONGBLOED vraagt of voor deze leerlingen de bijdrage per leerling geldt, die ook voor andere leerlingen beschikbaar ge steld wordt. Misschien is het mogelijk alle verplaatsingskosten via de L.O.-wet 1920 te laten lopen Wethouder STRUYCKEN merkt op, dat hier niet alleen ver plaatsing maar ook vernieuwing van meubilair en aanschaffing van nieuwe leermiddelen bedoeld wordt, aangezien het schooltje niet meer voldoet aan de normaal te stellen eisen. De Heer JONGBLOED vraagt of het schooltje van de gemeente is. Wethouder STRUYCKEN antwoordt bevestigend. De Gemeente is verplicht de school te verplaatsen. Bovendien moeten ook de leermiddelen en het meubilair vernieuwd worden. Deze vernieuwing is steeds uitgesteld. De Heer JONGBLOED vraagt of er ook huur berekend wordt voor dit schooltje. Wethouder STRUYCKEN zegt, dat de Gemeente verplicht is in gevolge de L.O.-wet 1920 schoolruimte ter beschikking te stellen. Het crediet in de vergadering van 19 October 1949 verleend, heeft nog niet de goedkeuring van Gedeputeerde Staten kunnen verwer ven. Dit crediet moet inderdaad gerectificeerd worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van de heer C. van Oerle om een tegemoetkoming in de kos ten van vervoer ex art. 13 der L.O.-wet 1920. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststel len van het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs aan de openbare u.l.o.-school, ter uitvoering van het bepaalde in art. lOlbis le lid der L.O.-wet 1920. (Bijlagen 1950, no. 23). De Raad besluit overeenkomstig dit prae-advies en dit voflrstel. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van een tweetal leden van de Commissie voor het Nijverheidsonder wijs. (Bijlagen 1950, no. 27). De VOORZITTER stelt voor tot stemming voor de eerste 2 vaca tures over te gaan. Uit de 35 ingeleverde stembiljetten blijkt, dat 31 stemmen zijn uitgebracht op de heer A. van Rooyen Jr. en 4 op de Heer A. Joos- ten; bovendien zijn er 27 stemmen uitgebracht op de Heer A. J. van Arendonk en 6 op de heer A. J. P. van Wees, terwijl 2 stemmen van onwaarde worden verklaard, zodat de heren A. van Rooyen Jr. en A. J. van Arendonk benoemd zijn tot lid der Commissie voor het N ijverheidsonderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 21