15 JUNI 1950
227
De ruimte van een 6 klassige school komt altijd van pas. Hij kan
zich voorstellen, dat de Raad dan zegt: „bouwt dan maar ineens
een 6 klassige school". Indien de, Raad meent, dat op deze school
3 parochies georiënteerd zijn, dan heeft spreker geen bezwaar.
De heer BREKELMANS is van mening, dat wethouder Struycken
een andere lezing geeft, dan de voorafgaande spreikers. Deze spre
kers bedoelen een 6 klassige v.g.l.o. school en niet een 6 klassige
school, waarvan 4 klassen voor het v.g.l.o. en 2 klassen voor het I.o.
Wethouder STRUYCKEN zoekt aarzelend een weg tussen de
Inspecteur en de Raad. Het gaat hier niet alleen om wat beter is,
maar ook om de mogelijkheid het doel te bereiken. Kan een 6 klas
sige v.g.l.o. school geen doorgang vinden, dan kunnen 2 klassen
voor het l.o. gebezigd worden.
De heer BREKELMANS komt op voor de leerlingen van de
Driesprong en de Oosterhoutseweg.
Wethouder STRUYCKEN wil de naar voren gebrachte mogelijk
heid een royale kans geven. De Inspectie was van oordeel, dat deze
zaak voorzichtig aangepakt diende te worden.
Wenst de Raad een 6 klassige school te stichten, dan heeft spre
ker geen bezwaar.
De heer VERMEULEN ziet geen practisch verschil. Blijkt later
dat voor het v.g.l.o. 6 inplaats van 4 lokalen nodig zijn, dan kunnen
de twee resterende lokalen alsnog in gebruik genomen worden.
Wethouder STRUYCKEN merkt op, dat zulks een kwestie van
tactiek is. Men vermijdt zodoende de moeilijkheden.
De heer VAN GILS zegt, dat een 4 klassige school slechts de
leerlingen van het Belcrumkwartier kan bevatten. Besluit dus de
Raad tot het stichten van een 4 klassige school, waarheen moeten
dan de leerlingen van de Driesprong en de Oosterhoutseweg?
Waarom zou de Raad dan niet afwijken van het advies van de
Inspecteur
Worden later aan een 4 klassige school 2 klassen bijgebouwd,
dan zal daardoor het schoolgebouw misvormd worden.
Wethouder STRUYCKEN constateert, dat de Raad in principe
voor een 6 klassige v.g.l.o. school is.
Spreker verzoekt de Raad Burgemeester en Wethouders te
machtigen om, indien de Inspecteur van het lager onderwijs met
een 6 klassige v.g.l.o. school niet accoord gaat, bij de Inspecteur
gedaan trachten te krijgen, dat toch 6 klassen gebouwd worden,
waairvan 4 voor v.g.l.o. en 2 voor l.o.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad een 6 klas
sige v.g.l.o. school te stichten. Mocht de Inspecteur van
het l.o. hiermede niet accoord gaan, dan verleent de
Raad Burgemeester en Wethouders de door Wethouder
Struycken gevraagde machtiging.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van
grond gelegen aan de Oosterstraat aan C. V. Frits Bode. (Bijlagen
1950, no. 177.)