230 15 JUNI 1950 door krijgen de raadsleden de cijfers, die nodig zijn om hun mening te bepalen. Wethouder VAN HAPEREN merkt op, dat de heer Brinkerhof gesproken heeft over netto winst. Hier is evenwel sprakei van de zuivere opbrengst. De VOORZITTER merkt op, dat in dit geval rekening gehouden moet worden met het feit, dat hier sprake is van een overeen komst. Ook de andere partij moet met het bedrag accoord gaan. De heer DIRVEN wil de vraag van da heer Rattink beantwoor den. De opbrengst van frambozen bedraag't 5000.a 6000. per H.A. Wethouder van Haperen heeft medegedeeld, dat de helft van het terrein door Openbare Werken gebruikt is, zodat Jaspers alleen reeds van de frambozenoogst een bedrag ad 450.moet derven. Daarbij komt dan nog het verlies van aardappelen en haver, zodat tegen het onderhavige voorstel geen bezwaar kan bestaan. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel. 13. Begrotingswijzigingen 1949 en 1950. De heer JONGBLOED heeft geen gelegenheid gehad alle stukken door te worstelen. Het betreft hier een zeer belangrijke wijziging van allerlei posten. Oppervlakkig heeft spreker de indruk, dat be paalde door de Raad gevoteerde credieten belangrijk overschreden zijn. Indien dat zo is, dan heeft spreker bezwaren, aangezien de Raad daarin tevoren niet gekend is. Wethouder VAN HOUTEN vindt het jammer, dat de stukken slechts korte tijd ter inzage hebben gelegen. Gedeputeerde Staten verlangen, dat vóór 1 Juli a.s. de regularisatie plaats gevonden heeft. Zodoende moest een groot aantal wijzigingen aangebracht worden. Er zijn verschillende posten, die overschreden zijn. Het totale beeld van iedere begrotingsafdeling blijft echter binnen het raam der totale begroting. Dit is van zeer groot belang omdat het in verband met de devaluatie en de prijswijzigingen moeilijk is binnen dat raam te blijven. Spreker zegt van de regularisatie ge schrokken te zijn. Hedenmorgen is er tijdens de stafbespreking over gesproken. De hoofden van Diensten is medegedeeld voorzich tig te zijn. Deze hebben hun medewerking toegezegd. Bovendien zal de controle verscherpt worden. Hij heeft de indruk, dat de begroting 1949 in evenwicht is. De heer MEYS is het met wethouder van HoUten niet eens, dat de posten elkaar in evenwicht moeten brengen. Als richtsnoer dient genomen te worden het bedrag der posten, zoals deze op de begroting vermeld staan. De posten, die voordeliger uitkomen, kunnen dan een gunstiger beeld brengen. Zoals wethouder van Houten gezegd heeft blijven de posten binnen het raam van ieder hoofstuk. Het bezwaart spreker de posten boven de raming te verhogen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 230