15 JUNI 1950 237 Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel van de Voorzitter. De VOORZITTER zegt hierna het volgende: Voor de uitvoering van rioleringswerken en het bouwen van een complex woningen in het Heuvelkwartier, moet op korte termijn over een gedeelte van de bij C. Mulders, Oranjeboomstraat nr. 402, in pacht zijnde percelen kadastraal bekend gemeente Princenhage sectie I no 2877 ter grootte van 3000 m2 kunnen worden be schikt. Nadat in Februari j.l. t.b.v. woningbouw ook reeds een gedeelte uit de pacht is genomen, is Mulders thans niet genegen weer een gedeelte vrij te geven. Blijkens zijn verklaring is hij wel bereid de thans nog in pacht zijnde percelen I no's 2877 en 489 ter grootte van 0.90.85 ha, lopen de tot 11111952 tegen een vergoeding van 12.000.geheel dit de pacht te geven. Zijn aanvankelijke vraagprijs bedroeg 13.450. De netto opbrengst van het verpachte per jaar is berekend op 2560.—. Over 2% oogst bedraagt de opbrengst derhalve 7040. Hierbij moet nog worden verrekend 50% van 3000.arbeids loon over een periode van 2% jaar is ƒ4125.alsmede een ver goeding van 200 stuks jonge bessenstruiken a 1.200. Met voormeld bedrag ad 7040.maakt dit een inkomensschade van 11.365. Bij deze berekening van het bedrag ad 11.365.is rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheid dat de gemeente na het voortijdig beëindigen van de pachtovereenkomst op korte termijn alle grond van Mulders in gebruik neemt en hem daardoor de gelegenheid wordt ontnomen, zijn arbeid ten volle, productief te kunnen maken. Als overgangs-periode naar volle arbeidsproductiviteit is aan genomen 2% jaar. Gedurende deze periode is als vergoeding daarvoor berekend 50% over een arbeidsloon van 3000.per jaar. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor aan Mulders een ver goeding te verstrekken van 12.000.wegens voortijdige uit de pachtneming van de percelen Sectie I no's 2877 en 489 ter grootte van 0.90.85 ha. De bouwcommissie uit uw Raad kan zich met het vorenstaande verenigen. De heer JONGBLOED vindt het niet eenvoudig zich alle cijfers voor te stellen. Als hij het goed begrepen heeft, moet de gemeente 12000.betalen voor nog niet 1 H.A. grond. Van een dergelijk groot bedrag schrikt hij. De kostprijs van deze grond zou nog niet zo hoog zijn. Hij kan hieraan zijn stem niet geven. Zou de gemeente veel gronden uit de pacht moeten nemen, dan zou de kostprijs zeker twee maal zo groot worden. De heer SCHIJEN merkt op, dat niets schadelijker is dan het uit de pacht nemen van gronden. Zulks is bij het onderhavige geval moeten geschieden door een plotselinge manoeuvre van de dienst van openbare werken. Een paar maanden geleden moest openbare werken een gedeelte van de gronden hebben en nu de rest. C.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 237