15 JUNI 1950 241 werken ter sprake is gekomen. Spreker acht het gewenst de Raad mede te delen, dat de oorzaak van het kwaad in Den Haag gelegen is. Het is voor de gemeente zeer moeilijk de plotselinge zwenkingen van Den Haag te volgen zonder brokken te maken. De bijkomende kosten bedragen echter zoveel, dat daarvoor normale woningen gebouwd hadden kunnen worden. De toestand is dus door Den Haag verslechterd. De heer JONGBLOED deelt mede, dat ook zijn fractie met het voorstel kan meegaan. De Raad dient evenwel in de gelegenheid te zijn een rustig oordeel te kunnen vellen. Als een dergelijk voorstel ontvangen wordt, kan het gewenst zijn ter plaatse een onderzoek in te stellen. Het is wonderbaarlijk, dat het vergoedingsbedrag groter is dan de kostprijs. Spreker ziet wel de moeilijkheden, die er aan verbonden zijn, maar de Raad staat er op te voren van de stukken kennis te nemen. De heer VAN OIJEN zegt, dat zijn fractie met de woorden van de heer Meijs accoord gaat. De heer BRINKERHOF acht het niet gewenst, dat de leden van de Bouwcommissie de stukken tegelijk met de raadsleden ontvan gen. De leden der Bouwcommissie zouden bijv. de stukken in het midden der maand kunnen ontvangen, opdat ze tijdig bezien kun nen worden. De heer VERMEULEN wil nog een opmerking maken over de woorden van de heer Schijen, die gezegd heeft, dat het voor de ge meente zeer moeilijk is de „kapriolen" van Den Haag te volgen zonder brokken te maken. De heer Schijen verschuift derhalve de moeilijkheden naar Den Haag. Spreker acht het niet juist, dat in het openbaar dergelijke beschuldigingen geuit worden en vraagt aan Burgemeester en Wethouders of de fout bij de Minister gezocht moet worden. De heer SCHIJEN heeft het woord „kapriolen" niet gebruikt, maar de woorden „plotselinge zwenkingen". Hoe het komt, dat deze plotselinge zwenkingen mogelijk zijn, kan spreker niet beoordelen. Het beleid vertoont ze evenwel. Kan de gemeente plotseling bouwen, dan is het onmogelijk, dat zo'n zaak wordt voorbereid zonder extra geld te kosten. Als de gemeente het geld, nodig voor schadevergoeding wegens voortijdige uit de pachtsieming, zou voegen bij het bedrag, nodig om goedkope woningen te kunnen bouwen, dan zouden normale wonin gen gebouwd kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat de woorden van de heer Schijen niet gezien moeten worden als een verwijt aan de Minister. Na de oor log heeft men echter de ziektle van de haast gekregen. Nu eens eist men, dat met de bouw van 150 woningen binnen één maand een aanvang wordt gemaakt, dan weer zijn het er plotseling 160. Spreker kan dit alles niet overzien. Men moet vertrouwen hebben in het beleid van hen, die de leiding hebben. Spreker zegt zijn conclusie te zullen trekken en te zullen doen, wat gedaan moet worden. Breda is in Den Haag ook wel eens uit een benarde positie geholpen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 241