19 JANUARI 1950 23 ge bovendien een lokaliteit van Concordia moeten huren. Er is ech ter een moeilijkheid. Het duurt zo erg lang, voordat allei goedkeu ringen ontvangen zijn. Blijven deze goedkeuringen te lang uit dan kunnen in September a.s. de cursussen niet beginnen. Derhalve verzoekt spreker de Raad goed te keuren nu reeds tot uit voering van de noodzakelijk te achten voorzieningen zoals verbouwing lokalen en het huren van een lokaliteit van Concordia over te gaan. De heer BRINKERHOF wil bij Burgemeester en Wethouders nogmaals aandringen op vernieuwing van het Nijverheidsonderwijs. De timmerruimte is absoluut te klein. Zulks geldt eveneens voor de metselruimte. Het een en ander is door spreker reeds bij het behandelen der gemeentebegroting 1950 naar voren gebracht. Wethouder STRUYCKEN zegt, dat het metsellokaal verplaatst is. Dit onderwijs heeft nu de beschikking gekregen over een veel grotere ruimte. Het ruimteprobleem blijft niettemin bestaan. Er moet echter niet al te veel critiek op de ambachtsschool uitgeoe fend worden, omdat dit bij het publiek geen gunstige weerslag zal vinden. Alles werkt op het ogenblik samen om het onderwijs zo goed mogelijk te doen zijn. De heer BRINKERHOF is over het timmeronderwijs in het ge heel niet tevreden. Wethouder STRUYCKEN wil graag eens met de heer Brinkerhof over diens bezwaren spreken. De heer JONGBLOED had gedacht, dat de Gemeente zou pro beren er zo gauw mogelijk een nieuwe gemeentelijke ambachts school bij te krijgen. Nu hoort hij, dat men van plan is naast de gemeentelijke ambachtsschool een bijzondere ambachtsschool bij te stichten. Spreker acht zoiets niet rationeel. Het besturen van zo'n school brengt belangrijke kosten met zich. Spreker gelooft ook niet, dat het verdelen der vakken over 2 scholen zal bevredigen. Waarom probeert de Gemeente niet één grote ambachtsschool te krijgen, waaronder alle vakken resorteren? Aan de geloofswen- sen der ouders wordt, naar zijn mening, zoveel mogelijk tegemoet gekomen. Er is een moderator aan de school verbonden en er wordt ieder schooljaar een retraite gehouden. Het ligt toch ook op de weg van de wethouder van Onderwijs om zoveel mogelijk te ijveren voor één grote gemeentelijke ambachtsschool en niet voor een splitsing, zoals hij die nu voorstaat. Ook uit economische overwegingen lijkt hem zulks beter. Hij verzoekt het College voordat deze zaak in kannen en kruiken is, de Raad in de gelegenheid te stellen hierover zijn oordeel te kunnen geven. De heer STUBENROUCH is het niet met de heer Jongbloed eens. Als de Gemeente probeert een zo groot mogelijke ambachtsschool te krijgen, dan zal het karakter der school verloren gaan, zodat het een schoolfabriek zal worden. Ook in andere takken van onderwijs is een tendenz te grote scho-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 23