5 JULI 1950
Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOTPLATTEL, Mej. J. P.
KOPPELAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUISA. C. A.
BREKELMANS, J. D. F. BRINKERHOF, H. J. C. COSIJN, A. C.
DIRVEN, Mr. B. W. M. DRION, C. VAN DEN EEDEN, Drs. L.
VAN EGERAAT, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBERGEN,
A. VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, A. JONGBLOED, J.
VAN KAMPEN, J. J. KAMPHUYS, D. J. A. KRAMERS, J. A.
MEYS, F. H. M. MOL, F. P. VAN DE NOORT, J. J. VAN O YEN,
C. PEETERS, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, C. A. M. DE
ROOS, Mr. A. A. M. STRUYCKEN, Drs. G. C. STUBENROUCH,
C. A. H. VAN SWOL, Dr. Q. M. J. VELDKAMP, DrB. O. G. E. M.
VERHAAK,, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J.
WEZENBEEK.
Afwezig de Heren:- A, KEIM, Ir. J. M. SCHIJEN en Mr. E. H.
TOXOPEUS.
Voorzitter: de Heer Dr. CLAUDIUS A. PRINSEN.
Secretaris: de Heer Mr. J. J. G. M. WALENKAMP.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van de heren Ir. J.
M. Schijen en Mr. E. H. Toxopeus.
Vervolgens spreekt de VOORZITTER ongeveer als volgt:
Mevrouw Struijcken, Mijnheer Struijcken, benoemd Minister van
Justitie en Wethouder dezer gemeente, dames en heren.
Wij hebben het juist gevonden de Raad dezer gemeente voor deze
bijzondere vergadering bijeen te roepen om afscheid te kunnen
nemen van Wethouder Struijcken en wij geloven, dat hiermede ook
een door de Raad gevoelde wens wordt gerealiseerd.
Wij mogen U Wethouder Struijcken op de eerste plaats
gtelukwensen met de eervolle benoeming tot Minister van Justitie
en wij wensen U bij de aanvaarding van deze hoglei functie het
allerbeste toe, tot heil van ons vaderland en ook van Uzelf en Uw
gezin.
Wij hebben ons verheugd om de eer, U gegeven op het hoogste