254 5 JULI 1950 zelf In je opkomt. En dit geluk werd verhoogd door het zo spontane medeleven uit alle kringen van de gemeente, door de vreugde, dat een van de stadgenoten tot het ministerambt was geroepen, en door het vertrouwen, dat mij allerwege gegeven is: want bij nie mand, die mij zijn gelukwensen aanbood, ontdekte ik ook maar een zweem van misgunst of wantrouwen. Reeds bij de benoeming zelf, toch in het bijzonder bij de zo harte lijke uiting van spontaan medeleven van de stad tijdens de grootse serenade, waarbij mij moed werd ingeblazen voor een heel leven, ging dit geluksgevoel gepaard aan het verdriet om het afscheid van deze stad1. i <j|$g Want door de aard van de functie zal ik de zaken anders moeten gaan bezien dan tot nu toe, waardoor naast het op de duur ver moedelijk onvermijdelijk vertrek en verandering van woonplaats, wij in zekere zin ook geestelijk zullen scheiden. Aan onze stad ben ik wel zeer gebonden, hier ben ik geboren en behoudens mijn studiejaren elders leefde ik steeds hier; mijn ouders wonen nog in deze stad. Ik moet ook afscheid namen van deze Raad, waarin ik in het belang van de gemeente mocht medewerken. Hier ben ik als het ware spelenderwijze ingekomen in de techniek van besturen. En er zijn niet veel steden, waar de toon in de Raad zo gemoedelijk is als hier, waar de partijen zo open en ruim met elkaar spreken en waar men nimmer scherp wordt uit gebrek aan persoonlijke waardering. Ook in het college van burgemeester en wethouders heb ik goede leermeesters gehad. Op de eerste plaats noem ik dan Burgemeester van Slobbe, in wie ik steeds bewonderde zijn kloek bestuur, militair- straf, ook zijn zelfdicipline, zijn strakke planmatigheid in het collegiaal beleid, welke toch niet belette dat een prettige sfeer de vergaderingen kenmerkte. Later heb ik U, Burgemeester, leren kennen en hoogachten. Uw bestuur was voor mij een leerschool op zich; U deed mij kennis maken met een dynamiek en methodiek, welke voor mij wel zeer belangrijk is geweest. Een bestuurder moet een grote vastberaden heid bezitten, een haast fanatiek vasthouden aan het eenmaal gestelde doel, ook al zou daardoor een conflict met de Raad worden uitgelokt. Ik leerde ook, dat zoals U het uitdrukte zodra de vaart uit een plan verdwijnt, het gehele plan van de baan gaat. Wanneer Uwe Raad wel eens moeite zal hebben met de dynamiek van Uw burgemeester, maak het hem dan niet te moeilijk, en bedenk, dat fanatieke vasthoudendheid nodig is om de grote gestel de doeleinden te verwezenlijken. Het belang van de stad staat hem steeds voor ogen. Tenslotte neem ik afscheid van het college van burgemeester en wethouders. Ik moet U mijn hartelijke dank zeggen voor de vriend schap, hier gevonden, en voor de grote toewijding^ waarmede U de bestuurstaak vervult. Het onderling begrip onder ons was groot, wij verstonden elkaar met een enkele opmerking, en wanneer er een moeilijkheid was, dan werd spoedig het woord gevonden om de toestand te klaren. Uw toewijding heeft mij wel eens doen afvragen, of ik zelf wel glenoeg tijd aan mijn functie kon besteden. Toch meen ik niet in mijn plicht te zijn te kort geschoten. Zoals de heer Meijs reeds vermeldde, heb ik in de jaren van mijn wethouderschap alle facetten van het gemeentebestuur leren ken nen. Dit maakte het mij gemakkelijker het gehele bestuursapparaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 254