5 JULI 1950 255 te overzien. Ik mocht hier veel leren en ik kreeg een ruim inzicht in het algemeen bestuur. Het spijt mij, dat ik mijn taak als wethouder van onderwijs moet neerleggen. Vooral gedurende het laatste half jaar nadat ik in deze moeilijke materie was ingewerkt leerde ik de problemen en ook de mogelijkheden kennen, welke hier liggen in het belang van de Bredase jeugd. Ik hoop, dat het mijn opvolger gegeven zal zijn hier vruchtbaar te werken. Ik moge hartelijk dank zeggen voor het geschenk van Uw Raad: een symbolisch geschenk, nu namens de gehele Raad de voorzitter van de Katholieke fractie mij het werk van Mr. Oud overhandigde. Door dit geschenk zal ik steeds herinnerd worden aan de mogelijk heden, welke ontstaan bij een oprechte samenwerking en hoe wij met open oog alleen gezamenlijk de juiste weg kunnen vinden. In de woorden, hier namens U allen gesproken, zal ik steun vinden, wanneer ik straks in Den Haag mijn moeilijke taak zal vervullen. In de vergaderzalen van de Staten-Generaal heerst nu eenmaal een andere sfeer dan in deze raadszaal. De warmte van deze zaal, van deze stad, van Uw aller vriendschap zal ik steeds blijven gedenken en de herinnering eraan zal mij verwarmen en opnieuw moed geven bij toekomstige moeilijkheden. Ik dank U allen voor dit grandioze afscheid. Ik hoop te beantwoorden aan de verwachtingen, die in mij zijn gesteld: daarop zal mijn streven gericht zijn. Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat is ontvangen een schrijven van Mr. Struijcken, houdende, dat hij op grond van het bepaalde in artikel 27, juncto artikel 25 der Gemeentewet met ingang van 10 Juli a.s. (de dag, waarop hij de functie van Minister van Justitie zal aanvaarden) zal ophouden lid van de Raad der gemeente Breda te zijn. De VOORZITTER stelt voor na al hetgeen reeds in deze ver gadering in verband met dit ontslag werd gezegd dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER deelt mede, dat het aanvankelijk in de be doeling van het college van Burgemeester en Wethouders lag in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde te stellen de ver kiezing van een nieuwe wethouder. Daar hij gehoord heeft, dat meerdere raadsleden dan niet aanwezig kunnen zijn, is het wellicht beter dit zo belangrijke agendapunt aan te houden. Het college van Burgemeester en Wethouders zal zich hierover nader beraden. De raadsleden zullen terzake/tijdig bericht ontvangen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hierna sluit d /OORZITTER de vergadering. Qnornf o vie De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 255