264 12 JULI 1950 De Heer VAN OYEN zegt, dat zijn Fractie met erkentelijkheid van het onderhavige voorstel kennis heeft genomen. Deze hoopt, dat de school binnen korte tijd verrijzen zal. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het bestuur der R.K. Meisjesschool Haagse Markt 3, om op grond van art. 72 der L. O. Wet 1920 gelden toe te staan voor de verbouw en eerste inrichting van lokaliteiten ten be hoeve van het v. g. 1. o. (Bijlagen 1950 No. 193). 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op verzoeken van de besturen der bijzondere lagere scholen: Ginnekenweg 337, Zandberglaan 62, Liesboslaan 291, Overakkerstraat 40h, Baronielaan 20 en Haagse Markt 3 tot het verkrijgen van een voorschot op een eventueele gemeentelijke vergoeding voor de door hen aangestelde vakleerkrachten voor de vakken k (nut tige handwerken) en u (vrouwelijke handwerken) (Bijlagen 1950 No. 194). De Raad besluit overeenkomstig deze prae-adviezen. 13. Vervallen. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing der openbare u. I. o.-school aan de Ginnekenstraat. (Bijlagen 1950 No. 195). De heer VERMEULEN vraagt of met het oog op het belang van de jongens, die alle klassen der school nog niet doorlopen hebben, er geen mogelijkheid bestaat, dat de termijn van opheffing der open bare u. 1. o. school aan de Ginnekenstraat verlengd wordt. De heer BRINKERHOF zegt, dat met het onderhavige voorstel een openbare school ten gronde gaat. De oorzaak is reeds meermalen in de Raad naar voren gebracht. Waar bedoelde school gelegen is, is niet voldoende bekend. Er is ter plaatse niet aangegeven, dat zich aldaar een openbare u. 1. o. school bevindt. Spreker verzoekt dergelijke kentekenen bij de openbare scholen aan te brengen. De Heer VAN EGERAAT sluit zich aan bij de woorden van de heer Vermeulen. Er bestaat misschien een kleine kans deze executie enige tijd uit te stellen. De heer STUBENROUCH merkt op, dat de Commissie voor on- derwiisaangelegenheden het ter tafel liggende voorstel met een pijnlijk hart gedaan heeft. In dezelfde vergadering van deze Com missie is ook de vraag behandeld of de naar deze school gaande kinderen niet de dupe worden van de opheffing. Wethouder Struy- cken heeft toen medegedeeld, dat de kinderen op andere scholen ondergebracht kunnen worden, zodat er voldoende garanties zijn, dat het onderwijs van deze leerlingen niet in het gedrang zal komen. De VOORZITTER zegt, dat de ouders der kinderen, die door deze opheffing in moeilijkheden mochten geraken, zich tot het gemeente-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 264