12 JULI 1950
265
bestuur kunnen wenden. Zou de opheffing der school uitgesteld
worden, dan zou zulks grote financiële consequenties met zich
brengen.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het
voorstel.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van
eervol ontslag aan de heren J. A. Vermeulen, A. D. Nusselder
en A. P. J. van Eynatte, resp. hoofd, onderwijzer van bijstand en
vakonderwijzer aan de openbare u. 1. o. school wegens opheffing
hunner betrekkingen (Bijlagen 1950 No. 196).
De Heer VAN EGERAAT vraagt, welke maatregelen genomen
worden in het belang van dit onderwijzend personeel.
De VOORZITTER antwoordt, dat het personeel of wachtgeld of
herplaatsing krijgt.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het
voorstel.
16. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek
om subsidie door het San Francesco-Orkest (Bijlagen 1950
No. 197).
De heer BREKELMANS zegt, dat in het onderhavige prae-advies
het verzoek van het San Francesco-Orkest zonder meer wordt af
gewezen op grond dat:
le, het vorig jaar een subsidie is verleend van 1000.onder
bepaling, dat deze bijdrage, die slechts voor één keer gevraagd
werd ook slechts voor éénmaal werd verleend om tegemoet te
komen in het nadelig saldo;
2e. de Culturele Werkgemeenschap ook van oordeel was, dat deze
vereniging voor één keer geholpen moest worden.
Wat het gestelde onder 1 betreft, is inderdaad het subsidie ad
1000.voor één keer gevraagd. Nu vraagt het Orkest een bij
drage van 800,
Wat het gestelde onder 2 betreft, is spreker dankbaar, dat op
13 Juli 1949 het advies der Culturele Werkgemeenschap werd op
gevolgd. Op 11 Juli 1949 adviseerde de Culturele Werkgemeenschap,
dat het door het Brabants Orkest gevraagde subsidie niet verant
woord was. Hieraan is echter geen gehoor gegeven. In de eerste
plaats wil spreker mededelen, dat het San Francesco Orkest, mo
menteel bestaande uit 34 leden, speciaal ten doel heeft de indivi
duele beoefening van de muziek te stimuleren. De leden van de
Raad weten niet, dat dit orkest alle mogelijke medewerking ver
leent zowel op sociaal als op cultureel gebied.
Het geeft deze medewerking aan alle richtingen en concerteert
zowel in de strafgevangenis als voor de gedetineerden of de ge-
repatrieerden. Het werkt dus in het algemeen belang.
Spreker heeft te meer het woord over het subsidie gevraagd,
omdat de zaak op dit terrein in Breda niet al te sterk staat. Hij is
niet de enige, die graag voor Breda een eigen orkest zou willen
hebben. Grote orkesten zoals het Brabants Orkest acht spreker
voor het culturele leven in deze stad eigenlijk van weinig belang.
Hij wijst er voorts op, dat onlangs een oratoriumvereniging een aan
vankelijk toegezegde medewerking bij de Bach-herdenklng van het