12 JULI 1950
267
bij alle mogelijke gelegenheden medewerking verleend, maar dat
het door gebrek aan financiën niet voldoende naar buiten kan
uittreden.
Deze redenering klopt echter niet.
Wat het voorstel van de heer v. d. Eeden betreft, merkt spreker
op, dat de gemeentefinanciën van dien aard zijn, dat de Raad zich
dient af te vragen of op de ingeslagen weg verder gegaan kan
worden.
Spr. meent dus, dat het verzoek van het San Francesco Orkest
afgewezen moet worden. Het vorig jaar heeft de Directeur van het
Orkest verzocht éénmaal de helpende hand te bieden. Nu echter
komt deze vereniging toch weer met een verzoekschrift.
Spreker hoort van de heer Van den Eeden, dat ook anderen in
financiële moeilijkheden zijn gekomen, zodat ze het San Francesco
Orkest niet meer kunnen steunen.
De financiële positie van de gemeente is eveneens zodanig, dat
spreker het niet verantwoord acht het gevraagde subsidie te ver
strekken. Verkeerde de gemeente in dezelfde financiële omstandig
heden als in 1948, dan zou hij direct toegestemd hebben. De situatie
is thans evenwel zo, dat de post „onvoorziene uitgaven" reeds voor
deze maand ontoereikend is.
De Heer KAMPHUIJS vindt het San Francesco Orkest niet zo'n
belangrijk orkest. Men hoort niet zo veel van deze vereniging. Hij
blijft bij de afspraak van het vorig jaar. Spreker vindt het ge
vaarlijk nu toch een subsidie te verlenen. Zo'n besluit schept een
precedent. Daarbij komt nog, dat vele verenigingen zich in finan
ciële moeilijkheden bevinden. Spreker kan zich dan ook volkomen
met het prae-advies verenigen en stelt voor dit te accepteren.
De heer BREKELMANS wil terugkomen op het betoog van wet
houder Van Houten, die hem op tegenspraak wijst. In zake het
Brabants Orkest heeft hij slechts willen opmerken, dat het vorig
jaar door de Culturele Werkgemeenschap twee adviezen zijn uitge
bracht, waarvan er slechts een opgevolgd is. Het San Francesco
Orkest zal niet zo gemakkelijk meer naar buiten kunnen uittreden,
als het gemeentelijk subsidie niet wordt verleend, omdat de finan
ciële draagkracht dat niet mogelijk maakt. Breda is geestelijk arm,
zodat het dit orkest niet kan missen. Er is in Breda slechts één be
hoorlijk orkest en dat is het San Francesco Orkest.
De Heer VAN DEN EEDEN heeft inderdaad betoogd, dat voor
heen door het San Francesco Orkest nimmer een gemeentelijk sub
sidie aangevraagd is, omdat het door derden gesteund werd. Vroe
ger verkreeg het orkest jaarlijks op deze wijze een belangrijk bedrag.
Tengevolge van oorlogsomstandigheden moet echter dit bedrag aan
andere, noodzakelijker doeleinden besteed worden.
Het orkest bestaat reeds 20 jaar. Had deze vereniging in 1947 of
1948 een gering subsidie aangevraagd, dan zou het zeker verleend
zijn. Het is te prijzen, dat de vereniging zolang met een verzoek
gewacht heeft. De financiële nood is nu groot. Indien het San Fran
cesco Orkest niet geholpen wordt, dan bestaat de mogelijkheid, dat
het niet meer naar buiten kan optreden, zoals voor gevangenen, ge
detineerden en gerepatrieerden.
Spreker is het met wethouder Van Houten eens, dat tijdens de
begrotingsdebatten van het vorig jaar afgesproken is in de loop
van het jaar geen subsidies meer te verstrekken, uitzonderingen
echter daargelaten.