272
12 JULI 1950
dus bevoegd om aan de Middelbare School les te geven. Daarbij
komt nog, dat het technisch schetsen bepaalde knepen kent, die de
Heer v. d. Brink wel onder de knie zal hebben. Bovendien blijkt uit
de stukken, dat de Minister tegen de benoeming geen bezwaar
heeft. Hij is dan ook voor het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders de be
voegdheid hebben een leraar voor 3 maanden toestemming te ver
lenen. Een langere termijn behoeft de goedkeuring van de Raad.
De verleende toestemming loopt tot 1 September van dit jaar.
Daarna kan een eventuele verlenging nader bezien worden.
De Heer BRINKERHOF merkt op, dat er gezegd is, dat de Mi
nister geen bezwaar heeft tegen de vervanging door de Heer Van
den Brink. Hoe is deze zaak echter de Minister voorgelegd? Is deze
goedkeuring gevraagd inzake het vak technisch schetsen of is
goedkeuring gevraagd de Heer V. van Schoonhoven van Beurden te
doen vervangen door de Heer J. N. v. d. Brink?
Was deze goedkeuring op de eerste wijze gevraagd, dan zou de
Minister w 1 bezwaren gehad hebben.
De VOORZITTER antwoordt, dat hem de formulering onbekend
is. De heer v. d. Brink is in het bezit der akte M.A. en is dus in
staat de leerlingen het juiste bij te brengen.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel
besloten.
30. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek
van het R.K. Kerkbestuur der parochie van het H. Hart van
Jezus te Breda, om op grond van art. 71 der L. O. Wet 1920
gelden te mogen ontvangen voor de stichting van een nieuwe school
voor g. 1. o. (Bijlagen 1950 No. 210).
De Heer BRINKERHOF heeft de tekening gezien. Hij verzoekt
het schoolbestuur in overweging te geven te doen nagaan of de
lichttoevoer aan de achtergevel van het gebouw voldoende is en of
de closets goed gesitueerd zijn in verband met het toezicht.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het prae-advies
besloten.
31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar
stelling van een crediet voor uitbreiding van de riolering in de
Haagweg. (Bijlagen 1950 No. 211).
De Heer DIRVEN zegt, dat het gedeelte van de Haagweg, waarin
de voorgestelde rioleringswerkzaamheden moeten worden verricht,
grenst aan het gedeelte van de Haagweg gelegen tussen villa Prin-
cenoord en de Esserstraat. Het wegdek van het rijwielpad gelegen
langs de Noordzijde van het laatst genoemde gedeelte van de Haag
weg bevindt zich in een zeer slechte staat. Spreker verzoekt er bij
het Rijk op aan te dringen, dat tegelijk met de voorgestelde riole
ringswerkzaamheden dit wegdek hetwelk pl.m. 100 meter lang
is wordt verbeterd.