12 JULI 1950 273 De VOORZITTER zegt dit toe. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toekenning van een vergoeding van 3985.33 aan J. Korebrits wegens winst derving in verband met de ontruiming van de door hem van de gemeente gehuurde fabrieksgebouwen aan de Tramsingel met bijbehorende grond (Bijlagen 1950 No. 212). De Heer VAN DE NOORT heeft tegen het voorstel geen bezwaar. Spreker vreest, dat het terrein, indien het weer gebruikt wordt voor lompen, beenderen, enz., een verzamelplaats van ratten en on gedierte zal worden. Hij vraagt daarom of er elen mogelijkheid be staat deze opslagplaatsen uit de stad te weren. De VOORZITTER antwoordt, dat het niet de bedoeling is dit terrein als opslagplaats voor lompen enz. te doen gebruiken. Het College heeft met het terrein andere plannen, die binnenkort de Raad voorgelegd zullen worden. De Heer BREKELMANS merkt op, dat het bedrag der vergoe ding volgens de overgelegde stukken, een netto winstberekening is. Spreker wil nog steeds graag iets leren. Hoe is het mogelijk, dat iemand, die een pand huurt, van dit pand een netto winst overhoudt van 2500.per jaar De berekening hiervan kon hij niet vinden bij de raadsstukken. Hij is hiernaar zeer nieuwsgierig. De VOORZITTER zegt, dat de netto winstberekening door de accountant gecontroleerd is. De heer Korebrits ontving; een exhor- bitante huur van de kermisexploitanten, die op dat terrein hun woonwagens gestald hadden. Bovendien is het voeren van een proces niet erg prettig, waarom Burgemeester en Wethouders gemeend hebben dit voorstel ter tafel te moeten brengen. Spreker wil graag de gevraagde lijst overleggen. De heer BREKELMANS weet, dat kermisexploitanten wanneer hun bedrijf in werking is, royaal zijn, echter niet als hun bedrijf stilligt. Hij zou daarom gaarne bedoelde lijst inzien. De VOORZITTER antwoordt, dat deze personen enkele jaren ge leden hoge huurprijzen betaalden. Hij heeft niet de illusie, dat de gemeente van dit terrein een huurprijs van 2500.kan maken. Bedoelde hoge prijzen zijn n& de oorlog betaald. De Heer BREKELMANS vraagt of het terrein na de oorlog ge kocht is. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De gemeente heeft het gekocht, omdat het een goed gesitueerd terrein is. De Heer KAMPHUIJS vraagt of de in het voorstel genoemde J. Korebrits dezelfde heer is, waarmede de gemeente reeds eerder te doen heeft gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 273