12 JULI 1950 275 De VOORZITTER antwoordt, dat bedoeld schrijven nauwelijks de administratieve molen bereikt heeft. De Heer MEIJS merkt op, dat het request handelt over de twee verwoeste panden, Leeuwerikstraat nos. 80 en 82. De VOORZITTER zegt, dat deze verwoeste panden overgeschreven zijn op een persoon, die er over kan beschikken, zodat de situatie in een nieuw stadium gekomen is. Aan deze toestand kan thans een einde komen. De Heer VAN SWOL heeft in de vergadering van 15 Juli jl. een vraag gesteld in zake de heffing van precariorechten voor het leggen van radiokabels, waarop hij nog geen antwoord heeft ontvangen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders aan de Directie van de P.T.T. medegedeeld hebben, geen aanleiding te kunnen vinden deze rechten te laten vervallen. Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat bedoeld schrijven van de P.T.T. aan Burgemeester en Wethouders gericht was. Heeft de Heer Van Swol er behoefte aan een voorstel te doen, dan kan deze zulks doen, doch het is niet juist, indien de Heer Van Swol tussen de plaats gehad hebbende correspondentie van Burgemeester en Wethouders en de P.T.T. treedt. De Heer VAN SWOL wil over deze zaak nog iets zeggen. De VOORZITTER zegt, dat op deze wijze het vragenrecht ont aardt. Hij verzoekt de Heer Van Swol deze zaak eerst in zijn Fractie te bespreken en daarna een gefundeerd voorstel ter tafel te brengen. De Heer VAN SWOL wil slechts een voorstel doen, even een voudig als het ei van Columbus. Er blijken tussen de gemeente en het Rijk moeilijkheden te zijn, waarvan een aantal mensen buiten hun schuld de dupe dreigen te worden. De kwestie in zake de radiodistributie krijgt binnenkort haar beslag. Dan wordt beslist aan welke instantie de radiodistri butie gegeven wordt. Komt deze aan de P.T.T., dan vervallen de precariorechten. Komt deze aan de gemeente, dan dient deze in stantie de heffing der rechten op te schorten totdat de mensen, die nu van deze distributie verstoken zijn, in de gelegenheid gesteld zijn, zich alsnog aan te sluiten. Spreker wil derhalve voorstellen, bedoelde precariorechten dan pas te heffen, als de beslissing over het radiodistributieprobleem gevallen is. De VOORZITTER wil zich hierover beraden. Hij wil bezien, welke kanten dit voorstel heeft. Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat, als binnenkort geen kwijtschelding van precariorechten gegeven wordt, het aantal aan sluitingen zal verminderen. Het is de grote vraag of de 20 gemeen ten de radiodistributie wel terugkrijgen. Er is na het contact tussen de gemeenten en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uit voerig over deze kwestie gesproken. Het kardinale punt is of de grote meerderheid der aansluitingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 275