278
12 JULI 1950
De VOORZITTER antwoordt, dat de Commissie Breda 1952 zich
ernstig beraadt. De plannen zullen de Raad voorgelegd en mede
werking gevraagd worden.
De door de Heer Van Egeraat gestelde overige vragen zullen
overwogen worden.
Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op, dat het rijwielpad in het
Valkenberg na regenval in een slechte toestand verkeert.
De Heer KAMPHUIJS vraagt, hoe het met de kwestie „het
familiebad" staat. Spreker verzoekt een spoedige oplossing.
Vervolgens zegt spreker wel eens iets meer over de Commissie
Breda 1952 te willen horen. Aan deze Commissie is een bedrag ad
25.000.ter beschikking gesteld. De Commissie heeft wel enige
reizen gemaakt, doch de Raad heeft er nog weinig van vernomen.
Hij wijst op het culturele gedeelte van deze feestelijkheden en
verzoekt dit niet te verwaarlozen.
Ten slotte vraagt spreker de aandacht voor het pand, gelegen
aan de Boschstraat 104a. Door de eigenaar van dit pand is het dak
afgebroken, ofschoon het nog bewoond wordt. Deze toestand is on
houdbaar. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders hier in te
grijpen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Commissie Breda 1952 met
concrete plannen ter tafel wil komen. Deze plannen zullen de Raad
voorgelegd worden.
Wat de kwestie van het pand Boschstraat 104a betreft: dit is
een burgerlijke procedure. Er is een proces in kort geding bij de
President der Rechtbank aanhangig gemaakt. Aan deze dient der
halve de zaak overgelaten te worden.
De woningkwestie is bovendien niet alleen aan Burgemeester en
Wethouders opgedragen. Iedereen meent, dat Burgemeester en
Wethouders maar moeten zorgen voor huizen en dat Burgemeester
en Wethouders voor elk huis verantwoordelijk zijn. Dit is echter
onmogelijk. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat wordt spreker
opgebeld door mensen, die menen dat zij zijn bemiddeling kunnen
inroepen om een huis te bekomen. Spreker verzekert, dat dit niet
op het terrein van Burgemeester en Wethouders ligt. Spreker's
taak is huizen te bouwen. Hij is bereid iedere burger te helpen, die
wil bouwen. Verder kunnen Burgemeester en Wethouders niet
gaan. Het zou hun krachten slopen. Het gebeurt meer dan eens,
dat spreker zelfs onder het eten nog wordt opgebeld door personen,
die al hun opgekropte zenuwen over hem heenstorten en tevens
de hoop koesteren, dat hij hen zal helpen. Spreker wenste het te
kunnen, maar kan het niet. Burgemeester en Wethouders, die toch
al zo druk bezet zijn, kunnen onmogelijk hieraan beginnen. Er is nu
eenmaal een officiële instantie, die dit zo goed mogelijk regelt. Laat
men zich daartoe wenden, dat is het enig juiste adres.
De Heer KAMPHUIJS verzoekt antwoord in zake de kwestie „het
familiebad".
De VOORZITTER zgl dgze kwestie in overweging nemen.
Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering.