28 JULI 1950 285 De VOORZITTER zegt, dat het hem niet bekend was, dat de A. J. C. ook op dit gebied organisatorisch werkzaam is. Is dit wel het geval, dan Is er geen reden om een aanvrage van de A. J. C. anders te beoordelen dan die van de in het voorstel genoemde organisaties. Deze opsomming geeft overigens slechts voorbeelden Aan het beleid van Burgemeester en Wethouders kan worden over gelaten, welke organisaties onder de algemene omschrijving van het nieuwe artikel der politie-verordening vallen. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van credieten ten behoeve van de luchtkartering van verschillende gedeelten van de gemeente Breda (Bijlagen 1950 no. 216). 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het nemen van een besluit als bedoeld in art. 36, 4e lid, der Woningwet, bepalende, dat de herziening van gedeelten van de partiële uitbreidingsplannen Ginneken en Bavel en Teteringen en het hoofdzakenplan Ginneken en Bavel in voorbereiding is. (Bijlagen 1950 no. 217). 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baarstellen van een crediet voor de uitvoering van riolerings- en bestratingswerken in verband met de bouw van 84 étagewoningen in het Heuvelkwartier. (Bijlagen 1950 no. 218). Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een crediet van 800,ter verbetering van de verkeerstoe- stand op het kruispunt TeteringenstraatWilhelminasingel. (Bij lagen 1950 no. 219). De heer VAN GILS zegt uiteraard niet te weten of Burgemeester en Wethouders tot dit voorstel zijn gekomen naar aanleiding van politierapporten of gegevens door particulieren verstrekt. Spreker betwijfelt of de voorgestane verlenging van het verhoogde midden pad nodig is. Hij heeft zich ter plaatse geposteerd en het verkeer gadegeslagen. Het is hem opgevallen, dat geen enkele auto ver keerd reed. Hij zou het op prijs stellen dat het voorstel werd aan gehouden voor het instellen van een nader onderzoek. De VOORZITTER acht het moeilijk voor de Raad in dergelijke zaken te beslissen zonder dat de deskundigen worden gehoord. De heer JONGBLOED zegt dat hij aanvankelijk de mening van de heer Van Gils was toegedaan. Oriëntatie ter plaatse heeft hem het tegendeel geleerd. Vooral 's avonds valt de A. N. W. B.-hand- wijzer moeilijk op. Daarom is het beter het middenpad door te trek ken. In verkeersaangelegenheden zijn de deskundigen niet te missen, maar ook de gewone man kan in een simpele zaak als deze nog wel een juist oordeel vellen. Het voorstel ware zijns inziens aan te nemen. De heer STUBENRAUCH kan zich met de mening van de heer Jongbloed verenigen. De voorgestelde verandering zal de verkeers veiligheid ter plaatse verhogen, doordat lange vrachtwagens dan tijdig zullen moeten uithalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 285