19 JANUARI 1950 27 De heer MOL is het in enkele punten met de heer Drion eens. Wil de Gemeente voor stadsverfraaiing subsidie geven, dan dienen er richtlijnen te zijn. Er behoort dan een soort Monumentencom missie ingesteld te worden, die beoordeelt, welke gevallen wel en welke niet in aanmerking komen. De in het onderhavige voorstel gedane geste doet hem prettig aan, temeer daar door de heer Merkelbach van Enkhuizen de gevel van het pand, Haven 9, ge restaureerd is zonder steun van Monumentenzorg of Gemeente. In de meeste gevallen vraagt men eerst subsidie. Het pand is karakteristiek voor de stad. Hij vindt het gebaar, dat de Gemeente in dit geval maakt, prettig, waarom hij de Raad verzoekt hiermede in te stemmen. De VOORZITTER merkt op, dat het College deze geste als een precedent bedoeld heeft. De heer Mol heeft de bedoeling van Bur gemeester en Wethouders precies weergegeven. Het College heeft willen laten zien, dat het deze restauratie apprecieert. Het is ont stellend, hoeveel oude gevels er verdwijnen. Daarom is het van groot belang, dat dit precedent geschapen wordt. Vindt dit voorbeeld navolging, dan kan de luister der stad be houden worden. Zulks heeft Breda als vreemdelingenstad broodnodig. Mooie gevels zijn hier op de vingers te tellen. Reeds zijn vele mooie oude huizen omgebouwd tot moderne winkelpanden. Vooral op hoek punten is zulks vaak geschied. De heer BREKELMANS heeft evenmin bezwaar tegen het stimu leren van stadsverfraaiing als de vorige sprekers. Het gaat hier echter niet om het bedrag of het geschenk, doch er zit een mar kante zijde aan, die de weg wijst naar abnormale dingen. De Ge meente kan toch niet met het geven van snijramen aan de gang- blijven Wel kan door het College een zeer erkentelijke brief gezonden worden, waarmede men misschien nog blijer zal zijn dan met een snijraam. De VOORZITTER zegt, dat het College beide kan doen. De heer SCHIJEN stelt het streven van Burgemeester en Wet houders op prijs. Tijdens de begrotingsdebatten is bij de subsidie behandeling gezegd, dat een royale geste gedaan kan worden als men rijk is. Maar dan is deze beloning hier toch niet op zijn plaats. De VOORZITTER is het hiermede niet eens. Het gaat in dit ge val om de schoonheid van de Gemeente, om het behoud van mar kante huizen. Breda kan met zijn 700 jarige geschiedenis dergelijke huizen op de vingers tellen. Het ene werk brengt er de buurman toe ook iets aan zijn pand te laten doen. De heer Merkelbach van Enkhuizen heeft aan de Gemeente niets gevraagd. Het College heeft echter willen laten zien, dat het her stellen van oude schoonheid voor Breda een ere-zaak is. Het oude Kasteel is ook zo mooi opgeknapt. De genie heeft hier prachtig werk verricht. Binnenkort komen er nog torens op, en dan zal het geheel er nog fraaier uitzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 27