286
28 JULI 1950
De heer VAN O YEN wil naar aanleiding van het voorstel wijzen
op de slechte verlichting langs de Wilhelminasingel. Voorts ver
dient het aanbeveling een witte streep te trekken langs het ruiter
pad vanaf de Teteringenstraat tot het Diaconessenhuis.
De heer BRÏNKERHQF zou gaarne nog de aandacht vestigen
op een gelijke situatie, als thans besproken. Op de hoek Baronie
laanNieuwe Weg rijden opvallen veel automobilisten aanvan
kelijk te ver door, omdat de richtingwijzer naar Rotterdam en Ant
werpen niet duidelijk is en te kleine letters heeft. Hij vraagt de
aandacht van Burgemeester en Wethouders voor deze aangelegen
heid.
De heer VAN GILS is van mening, dat de bestaande scherpe
bocht door verlenging van het middenpad niet zal wijzigen. De
situatie" kennende, kan hij zich niet met het voorstel verenigen.
.De VOORZITTER blijft het ongewenst achten, dat in deze beslist
zou worden zonder dat de deskundigen zijn gehoord. Hij stelt de
Raad daarom voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders
aan te nemen. Met de uitvoering zal worden gewacht, totdat over
deze aangelegenheid nogmaals de verkeerscommissie een positief
advies heeft gegeven.
Aldus wordt besloten.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een crediet van 1000,ten behoeve van de aanleg van een
oversteekplaats van de Oranjesingel naar de Delpratssingel. (Bij
lagen 1950 no. 220).
De heer VERMEULEN zegt geen bezwaar te hebben tegen het
crediet van 1000,Hij heeft zich echter afgevraagd of het
niet beter is de oversteekplaats bij de St. Jozefkerk aan te brengen.
De VOORZITTER stelt voor hier in gelijke zin een beslissing te
nemen als bij het voorgaande agendapunt.
De heer VERMEULEN informeert waarom in deze zaak de bouw
commissie is gehoord. Hij heeft veel respect voor het werk dezer
zo zwaar belaste commissie, maar meent, dat een advies van de
verkeerscommissie toch meer op zijn plaats is.
De heer SCHIJEN merkt op, dat de verkeers-technische adviezen
van de verkeerscommissie steeds door de bouwcommissie worden
aangenomen.
Mejuffrouw KOPPELAAR wijst er op, dat zij destijds gevraagd
had voor de oversteekplaats aan de Delpratsingel. De keuze daar
van heeft zij echter overgejaten aan de deskundigen, de thans aan
gewezen plaats heeft zij zelf echter ook steeds de verkieslijkste
gevonden.
De VOORZITTER stelt voor, overeenkomstig het voorstel het
gevraagde crediet te verlenen. Hij zal over de meest geschikte
plaats voor de uitvoering van het werk het advies van de ver
keerscommissie inwinnen.
Aldus wordt besloten.