288 28 JULI 1950 De heer JONGBLOED is van mening, dat door de school op de aangegeven plaats te bouwen een lelijks hap komt in de groen strook, voor de sportvelden gereserveerd. Als zo wordt voortge gaan, komt van het oorspronkelijk plan niets terecht, hetgeen spre ker zou spijten. Ais er inderdaad elders geen geschikte plaats is, dan zal hij zijn stem aan het voorstel geven, echter met het uit drukkelijk verzoek dat zo weinig mogelijk grond wordt afgestaan. Voorts is het hem opgevallen dat de school is geprojecteerd in het verlengde van de aanwezige weg. Hierdoor zal men de mogelijk heid missen deze door te trekken. Dit zal nochtans nodig kunnen zijn, wanneer de bestaande toegangsweg naar het Heuvelkwartier over de Verlaatbrug in de toekomst onvoldoende zal blijken. Spreker vraagt daarom of het mogielijk zou zijn de school zodanig te bouwen, dat doortrekken van de weg mogelijk blijft. De grond wordt overgedragen volgens de bepalingen van de Lager-onderwijswet. Echter heeft spreker geen prijs van de grond in het voorstel aangetroffen. Kan worden medegedeeld waarom dit niet geschiedde Tevens zal hij gaarne vernemen wie de overdrachts kosten betaalt. De VOORZITTER antwoordt, dat over de plaatsing van de school heel wat te doen is geweest, zowel in het College van Burgemeester en Wethouders als in de Bouwcommissie, omdat men algemeen de groenstrook wilde sparen. Het advies van Professor Ir. Granpré Molière, dat over deze plaatsing werd ingewonnen, was positief- gunstig. Die had steeds graag een afsluiting van de Heuvelbrink gezien en de prettig gesitueerde school voldoet aan de daarbij te stellen eisen. Er komt een hoofdverbindingsweg dwars door het Heuvelkwartier. Het is thans in het geheel nog niet te zeggen of nog de nevenweg nodig zal blijken. Bovendien is de aansluiting op de Rijksweg op een bepaalde plaats gefixeerd. Dit geschiedt door de Rijkswaterstaat. Wat de vaststelling van de grondprijs betreft, dit geschiedt door drie schatters, op de wijze als in de Lager-onder wijswet bepaald. Burgemeester en Wethouders zullen de schatters inlichten omtrent de reële grondprijs. Overigens komen deze kos ten, die eerst op het Grondbedrijf drukten, hetgeen administra tief ook juister is nu ten laste van het onderwijs. De heer SCHIJEN meende, dat aanvankelijk was medegedeeld, dat de schooi schuin op de Brink zou komen te staan; terwijl hij daarna van de heer Brinkerhof vernam dat dit plan is gewijzigd. De VOORZITTER zegt, dat de ligging schuin blijft, echter iets minder dan aanvankelijk geprojecteerd. Daarna wordt overeenkomstig het voorstel zonder na dere beraadslaging besloten. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het bestuur der bijzondere lagere school, Doelen 36, om ver goeding voor het vakonderwijs in het vak r (handenarbeid) aan de v. g. 1. o.-klassen van die school (Bijlagen 1950 nr. 226). Overeenkomstig het prae-advies wordt besloten. 17. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het Bestuur der Bijzondere Meisjesschool voor v. g. 1. o.,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 288