28 JULI 1950 289 Havermansstraat 4, om vergoeding voor het vakonderwijs in het vak U (vrouwelijke handwerken). (Bijlagen 1950 no. 227). Ds heer JONGBLOED merkt op, dat in de vorige raadsvergade ring werd besloten geen bijdrage te verlenen voor een vakondcrwij- zeres voor handwerken aan het gewoon lager onderwijs; terwijl voor het voortgezet lager onderwijs een afzonderlijk voorstel zou komen. Is dit thans het voorstel De heer STUBENRAUCH wijst er op, dat in beide schooltypen handwerken voor meisjes een verplicht leervak is. Bij het gewoon lager onderwijs is echter ten aanzien van de leerkracht geen bij zondere eis gesteld, maar in de scholen voor voortgezet lager on derwijs moet de betreffende onderwijzeres bijzondere bevoegdheid bezitten. Daarom is het redelijk, dat voor deze scholen een extra vergoeding wordt gegeven, indien een dergelijke leerkracht moet worden aangesteld. Aan het verzoek van het schoolbestuur ware daarom te voldoen. Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen van de heer Oudenhuijzen tot tijdelijk leraar aan de Middelbare Handelsavondschool wegens ziekte van de heer W. A. Laarakker. (Bijlagen 1950 no. 228). Dienovereenkomstig wordt besloten. 19a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoe men van een leraar in het Broodbanket- en Banketbakken aan de gemeentelijke ambachtsschool. (Bijlagen 1950 no. 229). De heer JONGBLOED zegt, dat zijn fractie het als een bezwaar ondervindt, dat zij in deze en soortgelijke zaken niet genoegzaam is ingelicht. Hij herhaalt daarom het reeds vroeger gedaan verzoek, dat een van de leden van zijn fractie zal worden benoemd tot lid van de commissie voor het nijverheidsonderwijs. De VOORZITTER antwoordt, dat bij de najaarsbenoemingen van de commissieleden het verzoek in overweging zal worden ge nomen. Bij de daarna gehouden stemming werden uitgebracht 33 geldige stemmen, waarvan 32 op J. Barten en 1 op op Ch. Vonken, zodat J. Barten onder de in het voorstel bepaalde voorwaarden is benoemd. 19b. Voorstel van Burgemeester cn Wethouders tot het benoe men van een tijdelijk leraar in de Engelse taal aan de gemeentelijke school voor scheepswerktuigkundigen. (Bijlagen 1950, no. 229b). De heer RATTINK vraagt of de vacature aan de gegadigden door middel van een advertentie ter kennis is gebracht. Wethouder ROMSOM zegt, dat het de laatste tijd wel eens is voorgekomen, dat geen advertentie werd geplaatst. Regel is dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 289