28 JULI 1950 293 De heer BREKELMANS wijst er op, dat thans aan dit perceel de bestemming wordt gegeven, waarvoor de Raad het aankocht. Hij ondersteunt daarom het voorstel. De heer VAN DEN EEDEN is het er mede eens, dat de industrie bevorderd moet worden. Hij vraagt zich echter af, of dat niet mogelijk is zonder de belangen van anderen te schaden. De VOORZITTER zegt, dat sinds lang gezocht werd om deze kleine burger te helpen, die de gemeente elders moet wegjagen Daarom is ook de prijs van de grond zo laag mogelijk gehouden Als het zo gemakkelijk was, als de heer Van den Eeden schijnt te menen, dan hadden Burgemeester en Wethouders toch wel eerder een oplossing gevonden. Wethouder ROMSOM merkt op, dat de bedoelde volkstuintjes in geen geval zijn aangelegd met toestemming van het gemeente bestuur. Met het bedrijfje van Maas heeft het college reeds veel te doen gehad, omdat de huidige toestand niet getolereerd kan blijven. Uiteindelijk viel het oog op dit terrein, voor de vestiging van klein-industrie aangekocht. De heer VAN DEN EEDEN zegt dat het hem slechts gaat om deze twee punten: aan de omwonenden wordt de door hen gebruikte grond ontnomen en de vestiging van een industrie op dit binnen, terrein. De VOORZITTER antwoordt, dat in Breda geen ruimte zou zijn voor woning- en fabrleksbouw, wanneer alle voor land- en tuin bouw gebruikte grond gespaard moest blijven. Hij kan wel toe zeggen, dat met de bebouwing van binnenterreinen de nodige zorg vuldigheid zal v/orden betrachthet kunnen later hoog nodige gelegenheden zijn, waar de mensen vrijelijk kunnen herademen. De heer BRINKERHOF zegt, dat Maas deze grond aanvankelijk zelf had willen kopen, door bijzondere omstandigheden is dit toen niet doorgegaan. Hij zou Us van dit perceel in gebruik krijgen en hoopt hierop reeds. Het zou zeer onaangenaam zijn voor hem als deze transactie niet doorgaat. De heer VAN SWOL herinnert er aan, hoe hij, bij de behandeling van de aankoop van deze grond door de gemeente, er reeds op heeft aangedrongen, dit binnen-terrein voor industriebebouwing te spa ren. Hij meent, dat betrokkene wel elders een plaats kan vinden, want zijn productie is niet afgestemd op verkoop in deze wijk. Waar het verzoek van de heer Van den Eeden om de beslissing over dit voorstel aan te houden wordt ondersteund, brengt de VOORZITTER het voorstel in stemming, met dien verstande dat de tegenstemmers zullen worden geacht de beslissing aan te houden. Met 26 stemmen besluit de Raad de in het voorstel bedoelde grond te verkopen aan C. J. Rijpaert. Tegen stemden de heren Verschuren, Peeters, Van Swol, Van Gils, Dirven en Van den Eeden. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van grond met de N.V. De Faam ten behoeve van het uitbreidingsplan Liniestraat e. o. (Bijlagen 1950, no. 236).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 293