28 19 JANUARI 1950 Wil Breda dit niet, dan moet het ook geen vreemdelingenstad willen worden, maar een „Tilburg". De heer VERMEULEN is van oordeel, dat de Raad het met de voorzitter eens kan zijn. Spreker verzoekt een bepaald bedrag voor stadsverfraaiing op de begroting te plaatsen en een commissie in het leven te roepen om te bepalen, welke gevallen voor beloning in aanmerking komen. De VOORZITTER zegt, dat deze commissie er zal komen. Ge dacht is om de heer Mol en de Gemeente-archivaris hierin zitting te doen hebben. De heer VERMEULEN vraagt of het verstandig is, op deze commissie vooruit te lopen. De VOORZITTER antwoordt, dat het zeer verstandig is hierop reeds vooruit te lopen om de schoonheid der stad te verdedigen. Hij wendt zich graag naar een mooie gevel. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een rekening-courant-overeenkomst met de Stichting Breda 1952. (Bijlagen 1950, no. 36). De heer JONGBLOED stelt hot op prijs, dat er pogingen in het werk gesteld worden Breda bij zijn 700 jarig bestaan in het mid delpunt van de belangstelling te plaatsen. Spreker hoopt, dat deze pogingen succes zullen hebben en acht het redelijk, dat de Stichting over enige contanten kan beschikken. Als middel om de zaak op gang te brengen, juicht hij het onder havige voorstel toe. De heer BRINKERHOF weet, dat er aan de dienst van Openbare Werken opdracht gegeven is voor het optrekken van een gebouv/. Spreker vraagt of het niet mogelijk is, dit gebouw te benutten. De VOORZITTER zegt, dat de heer Brinkerhof in raadselen spreekt. Spreker nodigt iedereen, die terzake suggesties heeft, uit deze kenbaar te maken, in het belang der gemeente. Burgemeester en Wethouders zijn er zeer ontvankelijk voor. Spre ker verzoekt de heer Brinkerhof deze zaak met de gemeente-secre taris te bespreken. De heer VAN GILS merkt op, dat Antoon Coolen eens geschre ven heeft, dat Breda de meest lachende stad van Brabant is. Spreker verzoekt de voorzitter der Stichting contact op te ne men met de buurtcommissies. De heer VELDKAMP zegt, dat het op de weg van Burgemeester en Wethouders ligt te stimuleren, dat ter gelegenheid van het 700 jarig bestaan een gedenkboek verschijnt over de sociale, culturele en economische betekenis der stad, hetgeen er toe kan bijdragen het inzicht van de buitenstaander te vergroten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 28