28 JULI 1950 297 De heer BREKELMANS had gaarne gehoord, dat de volledige vernieuwing minder duur zou zijn geweest. Spreker heeft veel vertrouwen in het oordeel van deze commissie en meent daarom dat ook thans een goed (alhoewel geen volmaakt) carillon kan worden verwacht. De heer TOXOPEUS sluit zich aan bij hetgeen de heer Veldkamp heeft gezegd. De kwestie is op zorgvuldige wijze bekeken. Hij zal zijn steun aan het voorstel geven. De heer KAMPHUIS herinnert zich de discussies van de vorige raadsvergaderingen over deze aangelegenheden niet precies meer. Toch komt het hem voor, dat hetgeen nu wordt voorgesteld het tegenovergestelde is van het oude plan. Toen ging het toch over een of twee grote klokken, die moesten passen bij het bestaand gedeelte van het carillon. Nu wordt een crediet gevraagd voor een serie kleine klokjes, terwijl men het timbre van de oude grote klokken hieraan gaat aanpassen. Het schijnt hem toe, dat de Voorzitter van mening is veranderd. Ook had hij nog gaarne iets vernomen van het financiële aspect van dit nieuwe plan. De VOORZITTER zegt, dat de kosten voor de thans gekozen oplossing niet veel hoger zijn dan wanneer volgens het eerste plan een bestelling bij Gillet en Johnston was gedaan. Hij wil er wel op wijzen, dat het carillon in 1927 ook maar met moeite tot stand kwam. Hij is er niet verbaasd over, dat het timbre verschilt: hij had zulks verwacht. Wel is hij onder de indruk ge komen van de warmere toon van de nieuwe klok. Deskundigen vertelden hem, dat in het algemeen de Engelse klokkenspelen voor onze oren scherp klinken. Spreker weet geen betere raad te geven dan door de commissie is gedaan. Wil men in"'1952 een carillon hebben, dan moet nu een beslissing worden genomen. De restauratie van de Grote Kerk kost 100.000,Hierop is het bedrag van 13.000,dat thans wordt gevraagd, van weinig betekenis. De schoonste toren van Brabant kan toch niet zonder carillon blijven? De heer COSIJN is blij met deze uitslag. Hij herinnert er aan, dat ook hij in de vorige vergadering een bestelling bij Gillet en Johnston heeft voorgestaan. Hij meent, dat wegens de nadien bekend geworden omstandigheden de bestaande klokken evenzeer hadden moeten worden bijgesternd om een overeenkomend timbre te kunnen verkrijgen of benaderen. Spreker zal het voorstel steunen. De VOORZITTER verzoekt namens het College van Burgemeester en Wethouders de Raad: a. een crediet van 13.000,beschikbaar te willen stellen voor het herstel van het carillon, welke werkzaamheden zullen worden opgedragen aan de firma Eijsbouts te Asten; b. aan de Waalse en Evangelisch-Lutherse kerkgemeente elk een klok in bruikleen te geven, waarbij het Burgemeester en Wet houders vrij staat in plaats van de aanvankelijk voorgestelde klok jes zo mogelijk twee betere te geven, die door de huidige vernieu wing van het carillon vrij komen, en c. een klok te doen plaatsen in het Tehuis Ouden van Dagen en een in de toren van het gemeentehuis. Aldus wordt door de Raad besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 297