298 28 JULI 1950 34. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders tot beschik baarstelling van het Valkenberg aan de Stichting Breda 1952 (Bij lagen 1950 no. 244). De heer SCHIJEN zal het toejuichen, wanneer de feesten in 1952 in het Valkenberg zullen worden gehouden: dit park biedt inderdaad een schone gelegenheid om er de feesten te organiseren. Toch kan hij niet van zich afzetten, dat er gevaar aanwezig is, dat het Valkenberg aan deze feesten wordt opgeofferd. De voort varendheid van Burgemeester en Wethouders kennende, is hij er niet geheel en al gerust op. Hij stelt daarom voor, dat de uitge werkte plannen eerst ter beoordeling aan de Raad zullen worden overgelegd. De heer KAMPHUIJS heeft eenzelfde bezwaar als de heer Schijen. Hij zou een goedkeuring achteraf door de Raad onjuist vinden en hij is er huiverig voor, alles maar aan de Stichting 1952 over te laten. Zo is de vraag bij hem opgekomen: wat gebeurt er met het openluchttheater? Spreker heeft de indruk, dat de heren van de V. V. V. Breda Vooruit dit openluchttheater nog steeds niet kennen. In het blad, onlangs door hen uitgegeven, wordt er met geen woord over gerept. Het zal toch niet de bedoeling zijn dit theater, dat 16.000,heeft gekost, af te breken? Ook heeft hij er bezwaar tegen, dat in het Valkenberg een kermis zou worden georganiseerd. Hij kan zich daarom slechts met het voorstel ver enigen, indien vaststaat, dat de Raad in deze zeggenschap behoudt en dat voorkomen wordt, dat aan het Valkenberg en het openlucht theater onherstelbare schade wordt toegebracht. De heer BREKELMANS sluit zich gaarne aan bij hetgeen beide vorige sprekers hebben gezegd. Hij heeft het gevoel gekregen, dat in Breda geen interesse voor het openluchttheater bestaat. Tijdens de pas gehouden sportweek werd niet aan dit theater gedacht. Wel werd er een turndemonstratie gegeven op het Nonnenveld op een avond, dat er een uitvoering was in het theater. Hierdoor bracht deze uitvoering voor het theater een deficit. Spreker is gekant tegen afbraak of verplaatsing van het theater. Op geen enkele andere plaats in het park komen stem, zang en muziek zo tot hun recht als hier. De mensen, met de exploitatie belast, werken hard. Zij zijn er in geslaagd een cultureel verant woord program aan te bieden. Men hoopt zo ver te komen, dat iedereen in Breda regelmatig bezoeker wordt. Spreker heeft echter de indruk gekregen van een tegenwerking, zij het onbewust en ongewild. Voorts heeft hij zeer ernstige bezwaren, indien men in het park bomen wil gaan rooien. De heer TOXOPEUS zegt, dat hij er toch niet van verdacht kan worden te veel bevoegdheden uit handen van de Raad te willen geven. Toch kan hij het niet eens zijn met de vorige sprekers, die de vaststelling van de plannen aan de Raad willen voorbehouden. Hierbij is te veel detailwerk inbegrepen, hetwelk niet aan de Raad moot worden opgedragen. Bovendien komen er dan zo veel stuurlui, dat het niet goed varen zal zijn. Indien de Raad er zich over uit spreekt, dat de feesten in het Valkenberg worden gehouden, maar dat aan dit park geen onherstelbare schade mag worden toege bracht, dan behoeft men indien tevens Burgemeester en Wet houders nog een vinger in de pap houden niet bevreesd te zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 298