28 JULI 1950 299 Ook de bezwaren van de commissie voor het openluchttheater komen hem niet voldoende gegrond voor. Sprekers bezwaar tegen het voorstel is van geheel andere aard. Gisteren hoorde hij van de zijde van de Horeca, dat de ligging van het Valkenberg, als centraal terrein voor dit feest, niet gelukkig is te noemen. Deze bedrijfstak heeft geen zitting in de Stichting 1952 en, werd ook niet door haar over dit plan gehoord. Indien het voorgestelde plan doorgaat, vreest men, dat slechts weinig bezoe kers van elders in de binnenstad zullen komen. Ook bij de ten toonstelling „Rotterdam Ahoy" doet zich een zelfde verschijnsel voor. In verschillende wijken worden reeds plannen gemaakt voor versiering van de straten. In Rotterdam bleven vele goed versierde straten onbezocht en ongezien door de bezoekers van „Rotterdam Ahoy", Spreker zou gaarne zien, dat deze bezwaren werden onder zocht. Blijken zij gegrond, dan zal alsnog naar een ander feest terrein gezocht moeten worden; is dit niet het geval, dan heeft hij tegen het voorstel geen bezwaar, mits de uitwerking der plannen geschiedt onder supervisie van Burgemeester en Wethouders. Hij stelt het op prijs om, hangende dit onderzoek, de beslissing over het voorstel aan te houden. De heer BRINKERHOF dringt er op aan, dat het Valkenberg ongeschonden zal blijven. Twee jaar geleden werd voor het behoud van dit park gevochten: maar dan moet men het nu niet aan de feesten van 1952 gaan opofferen. Hij hoopt dat er streng op zal worden toegezien, dat de Stichting 1952 niet in het park zal gaan kappen: wordt aan deze voorwaarde voldaan, dan heeft hij geen bezwaar tegen het voorstel. Spreker is het niet eens met de heer Toxopeus, als zou dit park voor deze feesten ongunstig liggen. Indien het feestterrein buiten het stadscentrum komt te liggen, bijvoorbeeld aan de bosrand, dan zullen de bezoekers de stad niet aandoen, maar er langsheen rijden. Bij de huidige opzet wordt het doel van de Horeca als vanzelf be reikt, wanneer er maar gezorgd wordt, dat voldoende parkeer ruimte in de binnenstad wordt ingericht. De heer KRAMERS meent, dat de ligging van het Valkenberg inderdaad zeer gunstig is te noemen, vlak in de nabijheid van het stadscentrum. De Stichting 1952 is breed genoeg samengesteld uit alle kringen van de stad. Hij zou het onjuist vinden, indien een bepaalde branche, in casu de Horeca, als zodanig in de St'chtlng een plaats kreeg. Als de mensen van de Horeca verstandig zijn, dan grijpen zij hun kansen op het terrein zelf, want op het feestterrein zal toch ook voor verfrissingen en dergelijke gezorgd moeten worden. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders zeer gunstig gestemd waren, toen zij dit plan kregen voorgelegd. Het feest zal gegeven worden op de plaats, waar de oorsprong van de stad ligt. De Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie heeft zijn volledige medewerking reeds toegezegd. Als op een andere plaats een feestterrein zou moeten worden ingericht, dan zou dit minstens 100.000,meer kosten. De centrale ligging is een groot voordeel: van het park naar de binnenstad is maar een stap. Spre ker kan zich dan ook moeilijk voorstellen, dat de caféhouders van de binnenstad tegen dit project bezwaar zouden hebben. Wellicht zijn er tegenstrijdige belangen van andere caféhouders. Hij wil echter wel opmerken, dat het juist de lieden van de Horeca-bedrijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 299