320 7 SEPTEMBER 1950 Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel met dien verstande, dat onderzocht zal worden of er een instantie dient te worden aangewezen, die bepaalt, of al dan niet op het gemeenteriool kan worden aangesloten. De Raad machtigt dienaangaande Burgemeester en Wethouders de nodige aanvullingen alsnog aan te brengen. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een aan de Raad gericht schrijven van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten betreffende het op dragen van niet tot de publieke dienst behorende bouwwerken aan gemeentelijke diensten (Bijlagen 1950 no. 263). Dienovereenkomstig worden besloten. 12. Dit punt is van de agenda afgevoerd. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baar stellen van een crediet voor het herstellen van het brugdek der Bernhardbrug (Bijlagen 1950 no. 265). De heer VAN DE NOORT heeft tegen het voorstel geen bezwaar. Hij wil echter wijzen op de zwaarte van een betondek. Kan de ijzer constructie een dergelijke last dragen? Spreker wil eveneens de aandacht van Burgemeester en Wethouders vestigen op de toestand, waarin de Verlaatbrug verkeert. Deze# brug heeft een druk verkeer. De VOORZITTER zal de opmerking zeker doorgeven. Wat de Verlaatbrug betreft, deze zaak zal hij in de Bouwcommissie ter sprake brengen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baar stellen van een crediet voor het herbouwen van de Duivels brug (Bijlagen 1950 No. 266). De heer VAN OYEN is verheugd, dat het onderhavige voorstel reeds zo spoedig ter tafel is gebracht. De Voorzitter heeft het vorig jaar gezegd, dat de herbouw nog wel 10 jaar op zich kon laten wachten. Nu blijkt, dat deze termijn teruggebracht is tot binnen één jaar. De heer JONGBLOED merkt op, dat reeds meer dan één jaar geleden de Raad een crediet gevoteerd heeft voor de riolering in de Zandbergweg. De Voorzitter heeft toen medegedeeld, dat voor dit werk iemand aangewezen moest worden. Hij verzoekt deze persoon aan te wijzen om de uitvoering van het raadsbesluit niet te lang op zich te laten wachten. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen van een verordening op de Automarkt (Bijlagen 1950 no. 267). Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 320