322
7 SEPTEMBER 1950
te mogen ontvangen voor de aanschaffing van schoolmeubelen (Bij
lagen 1950 no. 273).
22. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het bestuur van de R.K. Meisjes U.L.O. school aan de
Nieuwstraat 27 te Breda om overeenkomstig het bepaalde in art. 72
der L.O.-wet 1920, gelden te mogen ontvangen voor de aanschaf
fing van nieuwe gordijnen voor één klaslokaal (Bijlagen 1950 no.
274).
De Raad besluit overeenkomstig deze prae-adviezen.
23.Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het Bestuur van de St. Laurentiusschool aan de Dillen
burgstraat 65 te Breda, om op grond van het bepaalde in art. 72
der L.O.-wet 1920, gelden te mogen ontvangen voor de bouw van
een fietsenbergplaats op het terrein van de school (Bijlagen 1950
no. 275).
De heer VERMEULEN heeft tegen het prae-advies geen bezwaar.
Hij verzoekt echter bij een dergelijke aanvrage een kostenbegroting
over te leggen.
De VOORZITTER merkt op, dat formeel de Raad slechts de me
dewerking verleent.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen
komstig het prae-advies
24. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het Bestuur van het Christelijk Lyceum te Dordrecht om
gemeentelijk subsidie voor de Bredase leerlingen, die de school be
zoeken (Bijlagen 1950 no. 276).
De heer VAN OYEN kan zich met het prae-advies volkomen ver
enigen. De gemeente, waar bedoelde onderwijsinrichting gevestigd
is, moet zelf eerst subsidie verlenen.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen
komstig het prae-advies.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vermin
deren van het beschikbaargestelde crediet voor de uitgave van deel
I van het Geschiedenisboek van Breda (Bijlagen 1950 no. 277).
De heer VAN OYEN meent, dat er nu 1 deel uitgegeven wordt,
terwijl voor het 2e deel geen geld beschikbaar is.
De VOORZITTER antwoordt, dat beide delen in portefeuille blij
ven. Geen der delen wordt dus uitgegeven.
De heer SCHIJEN wil het navolgende suggereren: Nu door Gede
puteerde Staten het crediet niet goedgekeurd is, vindt spreker het
jammer, dat het manuscript opgeborgen wordt. Het is misschien
mogelijk een historisch tijdschrift te vinden, dat genegen is voor de
publicatie in afleveringen zorg te dragen. Later kunnen de afleve
ringen gebundeld worden, zodat dan toch via een omweg het doel
bereikt is.
De VOORZITTER is genegen deze mogelijkheid te proberen. Mis-
