r
J/
7 SEPTEMBER 1950
323
"7"
schien willen de Bredase burgers bij het 700-jarig bestaan der stad
geld bijeen brengen om de uitgave mogelijk te maken.
De heer SCHIJEN acht/'zulks—niet- spectaculair..
De VOORZITTER bevestgt dat. Hij zal trachten de gedane sug
gestie te verwezenlijken.
Zonder verdere besprekig besluit de Raad overeenkom
stig het voorstel.
26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van de Stichting Paedagogische Centrum te Breda om subsidie
voor het jaar 1950 (Bijlagen 1950 no. 278).
De heer DRION juicht in beginsel de bezuinigingen van Burge
meester en Wethouders toe. Hij acht echter in het onderhavige ge
val een beknotting niet juist. Het Paedagogisch Centrum speelt zo
wel voor de onderwijsbesturen als voor de leerkrachten geen onbe
langrijke rol. Het initiatief is uitgegaan van oud-wethouder Mr. A.
A. M. Struycken, die ook bepaalde toezeggingen deed. Het gevolg
hiervan is, dat het Paedagogisch Centrum dus aanspraak op ge
meentelijke financiële hulp maakt.
De werkzaamheden van dit Centrum, die zeer omvangrijk zijn,
brengen grote kosten met zich, zodat een subsidie van 750.
zeker aan de lage kant is. De directeur ontvangt een tegemoetko
ming van 400.per jaar of 33,33 per maand of met andere
woorden het Paedagogisch Centrum ontvangt niet voldoende sub
sidie om een behoorlijke tegemoetkoming aan de directeur en assis
tent directeur te verstrekken.
Op deze grond stelt spreker voor het voorstel te wijzigen en het
gevraagde subsidie ad 750.alsnog beschikbaar te stellen. Hij be
grijpt, dat van de zijde van de Wethouder van Financiën bezwaren
kunnen rijzen, doch spreker zou het betreuren als in dit geval be
knibbeld zou worden op een bedrag van 400.Mogelijk kan dit
bedrag ergens anders vandaan gehaald worden.
Wethouder MEYS merkt op, dat het prae-advies min of meer de
gelegenheid open laat om toe te geven aan het voorstel van de heer
Drion. Door het Paedagogisch Centrum wordt inderdaad belangrijk
werk verricht. Spreker kon dan ook met dat voorstel instemmen.
Wethouder VAN HOUTEN vindt het onprettig, dat de Wethou
der van Financiën bij deze aangelegenheid betrokken wordt. Van
een toezegging van de zijde van oud-wethouder Mr. A. A. M.
Struycken of van het College is hem niets bekend.
De heer Drion heeft gezegd, dat dit Instiuut zo belangrijk is, dat
een subsidieverhoging van 400.wel toegestaan kan worden.
Er zijn echter meer belangrijke instituten, die prijs stellen op
meer subsidie. De Raad dient echter met het geven van subsidies nu
nog voorzichtiger te worden dan ooit tevoren. De post „onvoorzie
ne uitgaven" is vrijwel uitgeput, de post „investeringen" eveneens.
Daarbij komt nog, dat dit jaar nog 3% maand telt. Komt er in die
tijd iets bijzonders, dan is hiervoor geen geld beschikbaar.
Wie de regeringsmaatregelen, die gisteren bekend gemaakt zijn,
beluisterd heeft, weet, dat deze voor de gemeente een nieuwe last
betekenen van pl.m. 60.000.Waar moet het geld vandaan ko
men?
Spreker blijft op het standpunt staan, dat een subsidieverhoging