326
7 SEPTEMBER 1950
kan nagegaan worden of op de ingeslagen weg voortgegaan kan
worden ofwel hergroepering moet plaatsvinden.
De heer STUBENROUCH heeft niet gezegd, dat de gemeente
Breda te weinig aan het onderwijs uitgeeft, maar dat in den lande
het streven naar onderwijsvernieuwing door motieven belet wordt
als zulks geld kost. Spreker heeft waardering voor het inhalen van
de achterstand. Hij acht het subsidievraagstuk een netelig vraag
stuk, vooral wat de tussentijdse subsidies betreft, De Raad dient
dus zijn standpunt te bepalen. Hij kan ermee accoord gaan, dat
zulks zal geschieden bij de komende begrotingsbehandeling. Hij is
echter van mening, dat het werk van het Paedagogisch Centrum
van zodanige aard is, dat overgegaan dient te worden tot een sub
sidieverlening van 750.
Breda bezit practisch de primeur, terwijl het een grote weerklank
heeft gevonden in andere gemeenten. Spreker stelt de Raad voor
het subsidie van 350.te verhogen tot 750.
De VOORZITTER zegt, het voorstel van de heren Drion en Stu-
benrouch in stemming te zullen brengen. Wordt het voorstel niet
aangenomen, dan zal dezelfde zaak op het eind van dit jaar opnieuw
aan de orde gesteld worden.
Uit de stemming blijkt, dat de Raad met 19 stemmen vcor en 12
stemmen tegen besloten heeft aan het Paedagogisch Centrum vooi
1950 een subsidie te verlenen van 750.
Tegen stemden: Mevr. Slot-Plattel, en de Heren van Houten, van
Haperen, Vermeulen, Brinkerhof, Rattink, Toxopeus, Romsom,
Kamphuys, Jongbloed, Meys en Brekelmans.
27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van
grond aan de Prof. Lorentzstraat aan de R.K. Bouwvereniging St.
Laurentius (Bijlagen 1950 no. 279).
28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop aan
M. J. Reinieren van het pand gelegen aan Achterste Rithweg 28
met bijbehorend bouwland. (Bijlagen 1950 no. 280).
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
29. Begrotingswijzigingen dienstiaar 1950 (Bijlagen 1950 no.
293).
Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat voor de begrotingswij
ziging No. 94 van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1950,
betreffende diverse uitgaven op grond van de reeds door de Raad ge
nomen besluiten tot medewerking ex. art. 72 der L.O.-wet 1920, tot
een totaalbedrag van 250.000.geen dekking voor rente en af
lossing aanwezig is. Zulks zal op het eind van dit jaar bezien
moeten worden.
Het is een teken, hoe het met de financiële positie van de ge
meente gesteld is.
Zonder verdere bespreking worden de voorgestelde wij
zigingen vastgesteld.
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van een lid der Commissie voor de Handelsavondschool. (Bijlagen
1950 no. 281).