328
7 SEPTEMBER 1950
tieverordening de jeugd beschermd wordt. Indien evenwel bepaalde
literatuur niet gewenst is, dan is dat een aangelegenheid, die wet
telijk geregeld dient te worden om het kwaad direct in de grond
te kunnen aangrijpen. Spreker kan zich dan ook met de zienswijze
van Burgemeester en Wethouders niet verenigen.
De heer TOXOPEUS merkt op het instellen van deze Commissie
niet te kunnen tegenhouden. Spreker heeft zitting in de Raad als
vertegenwoordiger van de Partij Voor Vrijheid en Democratie. Deze
Partij denkt niet anders dan goed over een bepaalde godsdienstige
overtuiging. Spreker wil zich niet verdiepen in de vraag of de ge
meente zich in de onderhavige materie behoort te begeven. Hij
juicht wel een bepaalde bescherming toe, doch meent, dat derge
lijke zaken de landelijke wetgever behoren en niet de gemeentelijke.
Daarom kan spreker zijn steun aan het voorstel niet geven. Hij
heeft hierdoor van zijn principieel beginsel kennis gegeven.
De heer RATTINK is het eens met de heren Brekelmans en Toxo-
peus. Spreker vraagt zich af of niet verder gegaan wordt dan in ar
tikel 90 e.v. van het gemeenteblad nr. 1072 van 1947. Daarin wordt
gesproken over het bibliotheekwezen, terwijl in het onderhavige
voorstel ook gesproken wordt over de literatuurvoorziening.
De VOORZITTER meent, dat hier sprake is van een moeilijke
materie. Deze zaak dient echter niet te zwaar genomen te wor
den. Hieraan zit geen politieke zijde. Het is slechts de bedoeling de
jeugd te sparen voor literatuur van een laag gehalte en eventuele
misstanden te voorkomen. Het is evenwel niet de bedoeling aan de
rechten van de mens afbreuk te doen, doch toe te zien, dat op ze
delijk gebied niet te ver gegaan wordt. Daarom is er aanleiding tot
het instellen van deze Commissie. De vraag heeft slechts voorge
zeten: Hoe kunnen wij jonge mensen beschermen tegen verderfelijke
lectuur.
De heer JONGBLOED merkt op, dat geen der raadsleden de me
ning is toegedaan, dat de onderhavige materie geheel vrijgelaten
moet worden. Zulks dient echter landelijk geregeld te worden. Hij
meent, dat hieraan reeds gewerkt wordt, zodat het gewenst is de
resultaten af te wachten.
De VOORZITTER antwoordt, dat op deze wijze op elkaar ge
wacht wordt. De rijksregeling heeft veel meer voeten in de aarde.
De betrokken minister heeft met deze rijksregeling veel moeite.
Spreker gelooft niet, dat de materie tot conflicten aanleiding zal
geven, aangezien de gemeente zich slechts keert tegen uitwassen.
Hij meent, dat de Raad de voorgestelde regeling maar eens moet
proberen.
De heer BREKELMANS vraagt of dit proberen voor de jeugd
geen prikkel zal zijn uitwegen te zoeken.
De VOORZITTER zegt, dat het niet de bedoeling is voor bepaalde
boeken reclame te maken. Het instellen van deze Commissie is
geen bedreiging doch beleid.
De heer TOXOPEUS heeft niet willen zeggen, dat Breda door
deze regeling de dictatuur op dat gebied tegemoet gaat.
Wat hij gezegd heeft, was slechts een principiëel beginsel.