7 SEPTEMBER 1950
331
Walstraat te treffen voorzieningen. (Bijlagen 1950 no. 294).
De heer JONGBLOED vraagt, welke instantie eigenaresse wordt
van de aan te brengen voorzieningen.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat het gebouw eigendom is van
het kerkbestuur. Aan dit gebouw ontbreken echter een toiletgele
genheid, een kolenhok en een bergruimte. Deze voorzieningen zijn
niet zozeer nodig voor het kerkbestuur als wel voor de school, die
daarin gehuisvest is.
Aanvankelijk hadden Burgemeester en Wethouders bezwaar tegen
het aanbrengen der voorzieningen, omdat ze meenden, dat de school
daar slechts voor korte tijd onderdak had.
Gebleken is evenwel, dat het nog minstens twee jaren zal duren,
voordat men over een ander gebouw de beschikking heeft.
Het is daarom nodig, dat de voorzieningen getroffen worden.
Het kerkbestuur is bereid een bedrag van 600.voor zijn re
kening te nemen.
De heer JONGBLOED merkt op, dat, indien het gebouw over twee
jaren bestemd wordt tot patronaatsgebouw, de voorzieningen voor
de gemeente een dure geschiedenis zijn.
Wethouder MEIJS geeft de heer Jongbloed gelijk. Gebleken is
echter, dat de voorzieningen nodig zijn.
De heer JONGBLOED vraagt of het mogelijk is, dat het kerk
bestuur de voorzieningen treft. De kosten zouden dan door middel
van een huurverhoging opgevangen kunnen worden. Spreker acht
deze weg meer gewenst, omdat de voorzieningen op de duur het
kerkbestuur ten goede komen.
Wethouder MEIJS zegt, dat het kerkbestuur aan de voorzienin
gen geen behoefte heeft. Was zulks wel het geval, dan had men het
kerkbestuur kunnen mededelen de voorzieningen zelf te treffen.
Getracht is een noodoplossing aan te brengen, doch in deze kosten
wilde het bestuur niet bijdragen.
De heer JONGBLOED vindt de voorgestelde oplossing niet ideaal.
Zonder verdere bespreking- besluit de Raad overeen
komstig het voorstel.
De VOORZITTER deelt hierna mede, dat de antwoorden op vra
gen, gesteld in vorige vergaderingen, na gecyclostileerd te zijn, toe
gezonden zullen worden.
De raad heeft tegen deze mededeling geen bezwaar.
RONDVRAAG.
De heer DE ROOS verzoekt het verkeersbord bij de Esserstraat-
Dreef te verplaatsen, aangezien het op de huidige plaats niet dui
delijk zichtbaar is.
De heer KOERTSHUIS heeft inzake het verkeer enkele vragen te
stellen.
1. Is het niet gewenst, dat voor het eerste gedeelte van de Ko
ninginnestraat vanaf de Ginnekenweg tot aan de Min. Ne-
lissenstraat een eenzijdig parkeerverbod ingevoerd wordt?