7 SEPTEMBER 1950 333 eveneens niet prettig. Draagt een verkeersagent een witte jas en witte pet, doch zwarte handschoenen, dan is het de automobilisten niet mogelijk te zien, welke richting aangegeven wordt. Hij verzoekt derhalve de verkeersagent te kleden met witte hand schoen en witte manchet. De heer BRINKERHOF heeft in de voorlaatste vergadering de toezegging ontvangen, dat een onderzoek ingesteld zou worden naar die boerderijen, die van electrisch licht verstoken zijn. Spreker vraagt naar de resultaten van dit onderzoek. Mevrouw SLOT-PLATTEL heeft enkele klachten van de bewoners van de Flierstraat en Oldenbarneveldtstraat: 1. De achterzijden der woningen zijn niet door een muurtje afge scheiden, zodat de nevenbewoners binnen kunnen kijken, wat onvrij is. 2. In de wastafels bevindt zich een rooster, waardoor het onmo gelijk is een stop aan te brengen om te voorkomen, dat het water voortdurend wegloopt. 3. Waarom zijn de vloeren in de gang en keuken zo ruw afge werkt 4. De tuinen zijn aan de achterzijden afgescheiden door een ijzer- draad. Zij verzoekt de draad te doen vervangen door een ligus terhaag. De heer WEZENBEEK zegt, dat de gemeente aan de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (Breda Vooruit) grond afgestaan heeft voor de uitbreiding van het verkeersliuisje op het Stationsplein. Het „stukje" grond, dat afgestaan is, is echter een „stuk" ge worden. Bovendien heeft deze vereniging een gedeelte van het ver- keershuisje verhuurd aan een derde. Spreker acht zulks niet juist en verzoekt nadere toelichting. De heer JONGBLOED zegt, dat in de vakbladen een advertentie gestaan heeft, waarin sollicitanten opgeroepen werden voor de functie van Hoofdcommies, le klasse, op de afdeling algemene za ken ter gemeente-secretarie. Aan een jurist zou voorkeur gegeven worden. Op de duur zijn zodoende practisch alle ambtenaren juris ten, doch deze hebben dan geen vakdiploma. Hij meent, dat de ge meente op deze wijze niet op de goede weg is. Door aan een jurist de voorkeur te geven, wordt aan het personeel de gelegenheid ont nomen promotie te maken. Let men wel voldoende op de belangen van de in de practijk ge vormde gemeente-ambtenaren Er dient vooral op gelet te worden of men kennis van de gemeen te-administratie heeft. De heer KOERTSHUIS spreekt er eveneens zijn verwondering over uit, dat er weer een jurist bij moet komen. Er zijn er toch reeds voldoende! Hij is het met de heer Jongbloed dan ook volko men eens. De heer BREKELMANS zegt, dat bij de Haagbrug in de richting van de Tramsingel een scheiding gemaakt is tussen de grote weg en het fietspad. De band, die deze scheiding vormt, ligt nogal hoog. Hij verzoekt openbare werken op te dragen deze iets te laten zaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 333