27 SEPTEMBER 1950 347 de verlening van het crediet is echter naar zijn mening een afzonderlijk raadsbesluit nodig. De heer JONGBLOED kan met de Voorzitter instemmen, wan neer deze stelt dat deze credietverlening niet behoort tot het wer kingsterrein van de hypotheekcommissie. Hij handhaaft zijn be zwaren tegen het verlenen van een crediet aan deze particuliere onderneming. Het ligt niet op de weg van de gemeente om het bouwen van industriehalls op deze wijze te stimuleren. Wanneer Van Werven's bedrijf er niet in kan slagen gelden te verkrijgen bij de particuliere hypotheekbanken, moet het maar van het plan af zien; van gemeentewege kan het dan zelf worden opgezet. Spreker acht het principieel onjuist, dat de gemeente als hypotheekbank gaat optreden voor particuliere ondernemingen. Wethouder MEIJS zegt, dat de particuliere hypotheekinstellin- gen in deze gevallen een hypotheek van ten hoogste 50% der waar de verstrekken. Andere gemeenten zijn verder gegaan dan Breda: zo laat 's-Hertogenbosch een dergelijk werk geheel voor eigen rekening uitvoeren. Bij de hier voorgestelde regeling is het risico voor de gemeente geringer. De VOORZITTER wijst erop, dat met deze credietverlening niet het voordeel van een bepaalde particuliere onderneming maar slechts het algemeen belang wordt beoogd. Aangezien de bezwaren van de heer Jongbloed door andere raadsleden worden gedeeld, brengt de Voorzitter het voorstel in stemming. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel, met 28 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heren Rattink, Kamphuijs, Dirven, Van Kampen, Vermeulen, Jongbloed en Brekel- mans. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot eigendoms- afstand om niet van een stukje grond aan de J. W. Frisolaan aan de N.V. Levensverzekering Mij „Utrecht". (Bijlagen 1950 no. 319.) De heer JONGELOED heeft bezwaar de grond om niet af te staan. Doet de gemeente dit, dan zal een in de toekomst wellicht mogelijk te blijken wenselijkheid om de bocht in de weg iets flauwer te maken niet uitvoerbaar zijn. Hij stelt daarom voor de grond in gebruik te geven; zo nodig kan de gemeente de grond dan later bij de openbare straat trekken. De VOORZITTER voelt wel voor dit voorstel. De gemeente be houdt dan het recht de grond terug te vragen, als dit uit verkeers- oogpunt wenselijk zou worden. De heer SCHIJEN meent dat de bezwaren te laat komen. Aan vankelijk was door de firma Korteweg het gehele Jan Willem Frisoplein gevraagd voor het bouwen van twee flats. Later is dit gewijzigd; wel moet nu het verlangde van de J. W. Frisolaan worden afgestaan; ofschoon spreker betwijfelt, of dit niet vooraf had kunnen worden bezien. De straat wordt nu voor meer dan de helft dichtgeknepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 347