27 SEPTEMBER 1950
349
29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen
van een directeur bij de dienst van Openbare Werken. (Bijlagen
1950 no. 295.)
Waar niemand het woord verlangt, wordt onmiddellijk tot stem
ming overgegaan.
Bij deze stemming worden uitgebracht 35 geldige stem
men, waarvan 19 op Ir J. G. Gooden en 16 op Ir J. M. W ijs,
weshalve Ir Gooden is benoemd tot Directeur bij de dienst
van Openbare Werken.
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
van de tweede bezoldigingsregeling brandweerpersoneel 1950. (Bij
lagen 1950 no. 321.)
De heer BRINKERHOF wijst op het verschil in de bezoldiging
van de hoofdbrandwacht en de onderbrandmeester. De minima van
deze rangen liggen respectievelijk op 2940.en 3120.dus
met een verschil van 180.en de maxima respectievelijk op
ƒ3168.— en ƒ3576.dus met een verschil van ƒ408.Waarom
het maximum van het salaris van de onderbrandmeester zo veel
hoger moet liggen dan dat van de hoofdbrandwacht, is spreker niet
duidelijk. Ook vergelijkingen tussen de andere salarisschalen tonen
nergens dergelijke uiteenlopende verschillen tussen de minimum- en
de maximum salarisgrenzen. Waar de hoofdbrandwacht de onder
brandmeester vaak moet vervangen, verzoekt hij het maximum
van diens salaris meer in overeenstemming te brengen met dat van
de onderbrandmeester.
Wethouder ROMSOM antwoordt, dat de voorgestelde wijziging
van de bezoldigingsregeling voor het brandweerpersoneel, waar
mede het georganiseerd overleg heeft ingestemd, nodig is omdat de
gemeente zich in deze dient aan te sluiten aan de overeenkomende
rijksregeling. Of een afwijking daarvan, als door de heer Brinker-
hof voorgesteld, toelaatbaar wordt geacht door de hogere instan
ties, kan hij thans niet beoordelen. Anderijds wil hij gaarne nagaan,
of gegronde motieven zijn aan te voeren om te trachten een afwij
kende regeling goedgekeurd te krijgen. Ook hij ziet thans niet de
reden van deze grote verschillen in.
Spreker geeft de verzekering, dat getracht zal worden in de
schaal van hoofdbrandwacht wijziging te brengen.
Hierop besluit de Raad overeenkomstig het voorstel, met
dien verstande, dat getracht zal worden in de schaal van
hoofdbrandwacht alsnog wijziging te brengen.
31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik
baarstellen van een crediet voor het treffen van enige voorzienin
gen in het pand Catharinastraat 26. (Bijlagen 1950 no. 324.)
De heer KRAMERS vraagt, of het wel efficient is in dit gebouw
veranderingen aan te brengen, voordat definitief beslist is welke
dienst hierin zal worden ondergebracht. Voorkomen moet worden,
dat deze veranderingen later onvoldoende of onnodig blijken.
Wanneer alle veranderingen gelijktijdig worden aangebracht, is
zulks wellicht voordeliger. Hij heeft gelezen, dat mogelijk de Volks-