11 OCTOBER 1950 363 „Handbal en athletiek zijn sporten, die elkaar niet alleen goed „Verdragen, maar elkaar zelfs aanvullen. „Een gelukkige combinatie derhalve. „Ten Zuiden van het hoofdterrein blijft nog voldoende ruimte over „voor een veld, dat geschikt is voor de beoefening van korfbal en „volleybal. „De Bredase korfbalclub „H.B.S." zoekt reeds lang naar een „dergelijke oefengelegenheid en zal er dus zeer gaarne gebruik van „maken." Hieruit Volgt, dat naar sprekers mening in het voorstel niet staat vermeld, dat het sportveld aan een bepaalde vereniging in gebruik gegeven zal worden. De heer KOERTSHUIS heeft dit niet met zoveel woorden uit het voorstel kunnen lezen. Daarom heeft hij deze vraag gesteld. Spreker kan zich met het gezegde van de heer Jongbloed verenigen. Later kan besloten worden, hoe het in exploitatie gebracht wordt. De heer VAN EGERAAT voelt er ook Veel voor, dat kleine sport velden in handen van de gemeente blijven, opdat ze aan die ver enigingen in gebruik gegeven kunnen worden, welke er behoefte aan hebben. In eerste instantie is aan de athletiekvereniging „Sprint" ge dacht, doch de Raad wil zich ten aanzien van deze vereniging nog niet verplichten. De heer VAN GISBERGEN begrijpt de heer van Egeraat niet goed. „Sprint" is in Breda de enige athletiekvereniging van beteke nis. Deze vereniging kan dus gerust genoemd worden, aangezien ze er het meeste belang bij heeft. De VOORZITTER acht het sportveld te klein om in handen van de gemeente te houden. Anders is het bij grote complexen, zoals het complex bij de Trip van Zoutlandt-kazerne, dat 15 H.A. groot is. Spreker meende, dat dit veld van te kleine allure was. Het zou daarom in handen komen van enkele verenigingen, die voor het onderhoud aansprakelijk zouden zijn. De heer KOERTSHUIS zegt, dat het onjuist is, dat de ene ver eniging afhankelijk is van de andere. De gemeente moet deze zaak in handen houden, zoals ze ook gedaan heeft met de gymnastiek zaal aan de Catharinastraat, aangezien anders het een en ander consequenties met zich brengt. De heer VAN EGERAAT merkt op, dat een tweede sportveld niet overbodig is, zelfs al komt er een groot sportcomplex. Indien straks voor het grote complex een stichting in het lev'en geroepen moet worden, dan zou zulks ook nu reeds voor dit sportpark kunnen geschieden. Wethouder MEIJS vraagt zich af waarom dat nodig is. Ook met verzoeken van andere verenigingen zal rekening worden gehouden. De heer BREKELMANS meent, dat aan „Sprint" de mdedeling gedaan moet worden, dat andere verenigingen, die in opkomst komen, zeer zeker van dit sportveld gebruik kunnen maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 363