364
11 OCTOBER 1950
De heer KAMPHUIJS zegt, dat de gemeente reeds meer sport
velden bezit. Wat in het voorstel gevraagd wordt, is niet nieuw.
In de practijk heeft deze gang van zaken nog geen aanleiding tot
moeilijkheden gegeven.
De heer JONGBLOED merkt op, dat het er momenteel niet over
gaat, wie het park in gebruik krijgt. Overeenkomstig het
voorstel wordt nu alléén het gevraagde crediet gevoteerd, terwijl
geen machtiging gegeven wordt tot onderhandse verhuur aan be
paalde verenigingen. Betreffende de verhuur kan straks een nader
voorstel ter tafel gebracht worden.
De VOORZITTER meent, dat deze bevoegdheid aan Burgemees
ter en Wethouders is gedelegeerd. Dergelijke zaken worden slechts
de Raad medegedeeld. Burgemeester en Wethouders zullen evenwel
deze aangelegenheid op redelijke gronden behandelen.
De heer STUBENROUCH acht dit principe niet juist.
Er kunnen zich ernstige moeilijkheden Voordoen, indien diverse
verenigingen van hetzelfde terrein gebruik willen maken. Het is
ook niet mogelijk, dat elke vereniging een eigen terrein heeft. In
verband hiermede zou het toch wel gewenst zijn, dat een stichting
enig toezicht houdt.
Wethouder MEIJS zegt, dat Burgemeester en Wethouders t.a.v.
de ingebruikgeving rekening zullen houden met de wensen van de
Raad.
De VOORZITTER staakt de discussies. Spreker zou gaarne zien,
dat uit de plaatselijke verenigingen enig initiatief kwam. Men
moet niet alles van de gemeenschap wensen. De gemeente heeft
een tekort aan speelvelden, hetgeen moeilijkheden veroorzaakt. Het
initiatief, dat door verenigingen naar Voren gebracht wordt, is niet
groot. Spreker heeft tot nu toe nog nooit een constructieve gedach
te gehoord. Op deze v/ijze kan de onderhavige kwestie nimmer tot
oplossing gebracht worden. De gemeente heeft hiervoor de helpende
hand der burgers nodig. Daarom verzoekt hij alle verenigingen hem
hierin behulpzaam te zijn.
De heer VAN EGERAAT stelt voor in afwachting van het
grote sportcomplex nu de exploitatie van het kleine sportpark
in handen te geven van een stichting, die straks ook de exploitatie
van het grote complex op zich zal nemen.
De VOORZITTER zegt, dat de oprichting van een dergelijke
stichting nog in de pen is. Deze stichting dient niet nu. maar straks
in werking te treden.
Daar het Voorstel van de heer van Egeraat gesteund wordt,
brengt de Voorzitter het in stemming.
Uit de stemming blijkt, dat dit voorstel met 8 tegen 2'5 stemmen
is Verworpen.
Tegen stemden mevr. SlotPlattel en de heren Borekelmans, van
Houten, Brinkerhof, Kramers, van Kampen, Vermeulen, van den
Eeden, van Swol, Rattink, Verschuren, Cosijn, Mol, Meijs, van
Gisbergen, van Haperen, Wezenbeek, van de Noort, Schijen, de
Roos, Peeters, van Gils, Verhaak, Braakhuis en Kamphuijs.